INFORMATIE OVER DE REPRESSIE TEGEN ITALIAANSE ANARCHISTEN
FEBRUARI '97
Dit is de Nederlandse vertaling van Der Ausbruch, een publicatie
die in Duitsland verschenen is n.a.v. de repressie tegen
Italiaanse anarchisten. We willen oproepen tot solidariteit met
deze mensen, die het slachtoffer zijn van een poging van de
Italiaanse justitie om in één keer af te rekenen met een groot
aantal 'lastige' personen. De wijze waarop dit gebeurt is te
vergelijken met het toepassen van art. 140 in Nederland: ze
zouden allemaal lid zijn van een 'subversieve vereniging' ofwel
een 'criminele organisatie'. In werkelijkheid bestaat er helemaal
geen organisatie, en is de hele aanklacht een opgeklopte zaak.
Toch dreigt deze opzet te slagen, en als dat anno 1997 in Italië
kan, kan het hier ook. Dit mogen we niet zomaar laten gebeuren.
Laat je stem horen, nu het nog kan.
Aangezien de repressie tegen een deel van de anarchistische scene
in Italië steeds grotere vormen aanneemt, is in München het
"Solidariteitscomité Italië" gevormd. Het is een
comité in strikt technische zin, dat fungeert als internationaal
aanspreekpunt dat informatie en publicaties verspreidt, zowel in
het Duits als in het Engels. We willen bij de processen in
Italië aanwezig zijn en de gevangenen financieel ondersteunen.
Door middel van deze uitgave willen we jullie en andere
geïnteresseerden de mogelijkheid bieden, de betrokken Italiaanse
anarchisten (of ze nu gevangen zitten of niet), hun ideeën en
hun standpunten te leren kennen. Je zult hier informatie vinden
over de stand van zaken rond de repressie, de processen en over
eventuele manifestaties. Daarnaast zullen we enkele artikelen uit
het eveneens getroffen Italiaanse blad Canenero publiceren,
alsmede de verklaringen van de gevangenen. Er is ook een versie
in het Engels verschenen ("The Breakout"). Zodra er
genoeg nieuwe artikelen zijn en de financiering gedekt is zal een
nieuwe uitgave verschijnen. We zijn uiteraard blij met elke
bijdrage van jullie kant.
Inhoud:
Inleiding
Over
de algemene repressie tegen anarchisten
Tot ziens in Rome
Berichten
van het anarchistische verdedigingscomité Turijn
-- Over de gevangenen
-- Over het proces van 13 december 1996
Aan de
andere kant van de muren
-- Verklaring van honger- en dorststaking
-- Wij zullen overal zijn
-- Klappen
Eng
Donder en bliksem
Fragmenten
uit de verklaringsprotocollen van Mojdeh Namsetchi (Mei1995)
Uit
de protocollen van de rechtbank van Trento, 16 januari 1996
--Fragmenten uit het verhoor van Mojdeh Namsetchi.
Wat
willen jullie nou, heren rechters? Wij zijn niet te temmen!
De
federalistische anarchisten klagen aan.
No more silence!
Penelope Nen
Op de
verklikkersmarkt
Is de hel wel
genoeg?
"De
hypothese zal opnieuw bekeken worden"...maar dat is niet
genoeg!
Laatste
nieuws over de operatie Marini
Comitato
Difesa Anarchici
Adressen
-- De adressen van de gevangenen
-- Contacten en adressen
-- Enkele Italiaanse instellingen in Nederland
Inleiding
In deze inleiding willen we proberen nogmaals een overzicht van
de recente gebeurtenissen in Italië te geven:
In de nacht van 16 op 17 september 1996 werden in Italië 60
woningen doorzocht. De ROS, een speciale eenheid van de
Italiaanse carabinieri, verrichtte 20 arrestaties (er waren 28
arrestatiebevelen). Tegelijk werd bekend gemaakt dat tegen 68
mensen, voornamelijk anarchisten, een gerechtelijke procedure in
gang gezet is. Zij zouden, als leden van een (in werkelijkheid
niet bestaande) subversieve vereniging, betrokken zijn geweest
bij ontvoeringen, bij bomaanslagen en brandstichtingen tegen
politie-instellingen, militaire objecten, en tegen Berlusconi's
Standa-supermarkten; 'bloedbaden' veroorzaakt hebben (deze
omschrijving - strage - bestaat niet in het Nederlandse
strafrecht), en - niet in de laatste plaats - illegaal wapens en
explosieven bezeten hebben. Reeds in november 1995 werd, op basis
van gelijkluidende beschuldigingen, een aantal huiszoekingen
verricht.
De beschuldigingen zijn gebaseerd op de verklaringen die een
'kroongetuige', ene Mojdeh Namsetchi, zou hebben gedaan. Zij had
eerder 'getuigd' tijdens het proces tegen de anarchisten Jean
Weir, Antonio Budini, Carlo Tesseri en Christos Stratigopoulis;
informatie over dit proces vind je elders in deze uitgave.
De man achter deze gebeurtenissen is procureur-generaal Pierluigi
Vigna, de initiatiefnemer, met hoofdofficieren van justitie
Marini en Ionta als zijn handlangers. Deze heren proberen niets
anders dan een organisatie in het leven te roepen die in
werkelijkheid niet bestaat. Er bestaat helemaal geen O.R.A.I.
(Organisazione Rivolutionaria Anarchica Insurrezionalista -
revolutionaire opstandige anarchistische organisatie) noch enige
andere organisatie in de vorm van een gewapende bende. Hieruit
volgt, dat er ook geen leden en zeker geen aanvoerder van deze
fictieve organisatie kunnen bestaan.
Wat wel bestaat zijn enkele rechters en andere zieke geesten, die
zich met hun beperkte denkraam niet kunnen voorstellen, dat er
individuen zijn die zelf kunnen denken en handelen, en niet het
kader van een organisatie nodig hebben, dat hen de
verantwoordelijkheid voor hun eigen doen en laten afneemt. En zij
bestaan ook: verschillende onbuigzame individuen die hun afkeer
van de Staat, en hun wil de Staat voor eens en altijd te
vernietigen, nooit onder stoelen of banken hebben gestoken. Ze
hebben hun standpunt steeds in het openbaar en binnen hun
vriendenkring verkondigd. Verder bestaan er nog enkele
pechvogels, die eind jaren tachtig veroordeeld werden voor twee
ontvoeringen, hoewel ze steeds volgehouden hebben niets met die
zaken te maken te hebben gehad, en er ook geen concrete bewijzen
van hun betrokkenheid bestaan. Dan zijn er nog een paar
individuen, die enkele jaren geleden daadwerkelijk een bank
overvallen hebben, omdat ze gewoon geen zin meer hadden zich door
de stompzinnige arbeidswereld te laten uitbuiten. En er is nog
een dode. Iemand die het transport van explosieven niet overleefd
heeft (zo luidt de officiële versie tenminste, maar de waarheid
is nooit boven tafel gekomen) en van wie nu makkelijk beweerd kan
worden dat hij 'de ideoloog van de O.R.A.I.' was. Doden kunnen
immers niet meer spreken, dat is bekend, dus kan men hen voor
alles gebruiken.
'Wat kunnen we nu met deze feiten construeren?' moeten de
officieren van justitie gedacht hebben. Welnu: een 'gewapende
bende', een 'subversieve vereniging' met als doel 'terrorisme',
die bovendien internationale kontakten heeft. Dat is echter nog
steeds te eenvoudig, immers: wat is dat voor 'terroristische
organisatie', wanneer de 'leden' bekend staan als vreemde vogels
en iedereen hun telefoonnummers heeft, wanneer Jan en Alleman hun
huizen in- en uit kunnen lopen - waar nog niet eens een
gaspistool gevonden is?
Dus moest de dode de oprichter blijven, Bonanno zijn opvolger, en
alle overige anarchisten de leden en medeplichtigen, over wie men
taken verdeelt als 'kassier' - typisch voor hiërarchische
organisaties. En met de 'theorie van de twee niveaus' - het ene
legaal, het andere ondergronds - kan men het geheel zo verpakken,
dat in principe elke anarchist binnen het vizier komt en er bij
betrokken is. De constructie wordt gestut met de verklaringen van
een valse kroongetuige, die niet alleen geen enkel concreet
bewijs naar voren brengt, maar bovendien in haar eigen
tegenstrijdige uitspraken verstrikt raakt. (Enkele mensen hebben
zich door de stukken met de verklaringen van dit aardige
animeermeisje geworsteld. Elders publiceren we fragmenten
hieruit, zodat men zich zelf een beeld van haar geloofwaardigheid
en betrouwbaarheid kan vormen).
Wij zijn van mening dat ieder vrijheidlievend individu zich
serieuze vragen zou moeten stellen over deze constructie. Men kan
er van uitgaan dat wanneer deze aanpak van de Italiaanse justitie
succesvol is, en de anarchisten veroordeeld worden, dit ook in
andere Europese landen kan gebeuren. Italië is bijzonder
voortvarend in haar regelingen voor kroongetuigen, spijtoptanten
enz., een fenomeen dat momenteel ook in Nederland schoorvoetend
haar opwachting maakt. We hebben in Italië kunnen zien hoe het
begon met een enkele mafia-spijtoptant, en hoe deze strategie
daar steeds populairder werd en steeds nieuwe gedaanten aanneemt.
Der Ausbruch
(terug naar Inhoud)
Over
de algemene repressie tegen anarchisten:
In 1994 werden de anarchisten Jean Weir, Antonio Budini, Carlo
Tesseri en Christos Stratigopoulos veroordeeld wegens een
bankoverval, waarbij ze op heterdaad betrapt waren. Justitie was
kennelijk nog niet tevreden, en haalde twee andere, nog
onopgeloste bankovervallen uit de kast: ook die zouden de vier
begaan hebben. Hiervoor bestond (en bestaat) echter geen enkel
bewijs. Na maanden van raadselachtig gedraai van de kant van
justitie, kwam een jaar geleden bij het proces de aap uit de
mouw: een Iraans meisje, Mojdeh Namsetchi, trad op als
'kroongetuige' en legde een belastende verklaring af: ze zou zelf
meegedaan hebben! Het was overduidelijk dat ze door justitie
geïnstrueerd was: ze raakte verstrikt in tegenstrijdige
verklaringen vol moeilijke woorden die ze nauwelijks kon
uitspreken, en wist zich vrijwel niets van de bankroof te
herinneren. Desondanks werd door de rechtbank aan haar verklaring
geloof gehecht, zodat de vier opnieuw veroordeeld werden. Zij
gingen in hoger beroep. Dit diende op 7 november en 13 december
1996.
Los van dit hoger beroep staan er de komende tijd in Italië nog
enkele processen op stapel. Sinds de huiszoekingen van 16/17
september 1996, zijn officier van justitie Marini en z'n
collega's druk in de weer met het opstellen van aanklachten tegen
anarchisten. Het leeuwedeel van dezeaanklachten is gebaseerd op
de inmiddels 70 bladzijden dikke, niet bewijsbare
getuigenverklaring van 'kroongetuige' Namsetchi. Het hoger
beroep, dat bij het gerechtshof in Trento diende, kreeg daarmee
een betekenis die uitsteeg boven de strikte grenzen van het
proces zelf: wanneer de verklaring van Namsetchi opnieuw
'geloofwaardig' gevonden zou worden (maar wat houdt dat in
wanneer degenen die daarover beslissen bij herhaling verklaard
hebben dat het hun levensdoel is, anarchisten achter de tralies
te krijgen...), dan zou dat voor de anarchisten in andere
processen 5 tot 20 jaar gevangenis kunnen betekenen. En helaas is
dat wat hen nu boven het hoofd hangt, want Jean, Antonio, Carlo
en Christos zijn ook in hoger beroep veroordeeld, tot twee jaar.
Het proces verliep net zo schandalig als het eerste, de
'kroongetuige', die eerst weigerde de zaal te betreden, wist zich
nog steeds niets te herinneren en werkte zich steeds meer in de
nesten, zo leek het, maar het mocht niet baten: het gerechtshof
was van mening dat ze de waarheid sprak..
De politie reageerde zeer nerveus op de aanwezigheid van Duitse
en Zwitserse kameraden op de publieke tribune. Kennelijk is hen
er niet veel aan gelegen deze - zelfs vanuit
burgerlijk/democratisch invalshoek - schandalige praktijken van
justitie internationaal bekend te laten worden. Helaas hebben
enkele Duitse advocaten, die als waarnemer aanwezig zouden zijn,
het op het laatste moment af laten weten. We zijn dus opnieuw op
zoek naar internationale advocaten voor het grote proces in Rome,
begin januari. We hebben vernomen dat dit in de 'bunkerzaal' van
de Rebibbia-gevangenis zal plaatsvinden, en dat er geen publiek
toegelaten zal worden. Ook Marini en trawanten dulden geen
pottekijkers, zo lijkt het.
Desondanks: kom naar het proces! Laat je stem horen bij de
Italiaanse ambassade, bij consulaten, vertegenwoordigers en
andere Italiaanse instellingen. Bedenk daarbij echter dat de
aangeklaagden niets, maar dan ook helemaal niets van deze
democratische justitie moeten hebben - ze zouden het zeker
afwijzen zich op deze machtsbevestigende wetten te beroepen.
(terug naar Inhoud)
Tot ziens in Rome
Canenero schrijft in nummer 39 over het proces van 7 november in
Trento:
"...Officier van justitie Coraiolaeiste in zijn op vlakke
toon en zonder overtuiging uitgesproken requisitoir een tot 3
jaar gereduceerde gevangenisstraf, aangezien het om een herhaling
zou gaan (ze moeten immers al straffen van 3,5 tot 4 jaar
uitzitten): zoveel voorzichtigheid alleen om de theorie te
staven, dat de vier anarchisten zo gehandeld hadden om bepaalde
illegale activiteiten te financieren, en niet uit persoonlijk
geldgebrek, zoals ze zelf steeds aangegeven hebben. De advocaten
Venturini uit Cagliari en Ceola en Mattei uit Trento hebben met
hun lange pleidooien de wens van de rechters er een kort proces
van te maken genegeerd. Ze wezen onophoudelijk op de talrijke
tegenstrijdigheden in de verklaringen van Mojdeh Namsetchi, de
ex-vriendin van Carlo Tesseri. Zij beschuldigt zichzelf van
medeplichtigheid aan de overvallen, om zo de anarchisten achter
de tralies te krijgen. De verdediging heeft het gerechtshof
verzocht zich goed te realiseren wat de consequenties zijn van
een eventuele bevestiging van het vonnis. Daarmee zou namelijk de
geloofwaardigheid van de 'spijtoptante' bevestigd worden,
waardoor het voor de Romeinse officieren van justitie Marini en
Ionta mogelijk wordt haar uitspraken op 10 december mee te laten
wegen wanneer beslist moet worden of de 68 anarchisten terecht
vervolgd worden.
Na enkele uren beraadslaagd te hebben,besloot het gerechtshof de
zitting te verdagen tot 13 december, om dan Mojdeh Namsetchi
nogmaals te ondervragen. Ook wilde men carabinieri-officier
Mercurio Farino uit Civitavecchia (die haar ervan 'overtuigd'
heeft mee te werken), en de bankbediende Loris Setti (die
verklaard heeft een van de daders, een vrouw, herkend te hebben)
oproepen. Bovendien zal men dan enkele transcripties van
verklaringen doornemen, die Namsetchi al in 1995 gedaan heeft en
waarin enorme tegenstrijdigheden te vinden zijn, die diame-traal
tegenover haar verklaringen tijdens het proces staan. Verder zal
een medisch dossier ter sprake komen, waarin iets staat over haar
slechte gezondheidstoestand in juli 1994 i.v.m. een abortus -
precies op het tijdstip dat ze volgens eigen zeggen bij een
bankoverval betrokken was....
Nu is het de beurt aanRome. Daar zal op dinsdag 10 december om
9.30 uur besloten worden, of de aanklachten van Antonio Marini en
Franco Ionta tegen de 68 betrokkenen ingetrokken worden, of dat
het tot een proces komt. Natuurlijk zullen we ook daarbij
aanwezig zijn."
De zitting in Rome is nmiddels om formele redenen verdaagd
(verschillende betrokkenen hadden geen dagvaarding ontvangen, en
de advocaten hebben niet in alle stukken inzage gekregen). De
nieuwe datum was 16, 17, 21 en 24 Januari, en de plaats van
handeling is niet langer het paleis van justitie, maar de zgn.
"bunkerzaal" onder de Rebibbia-gevangenis, achter
gesloten deuren.
Het laatste nieuws is dat op de eerste zitting, 16 januari j.l.,
besloten is de zitting wederom te verdagen, nu tot 19, 20, 22 en
24 maart 1997.
(terug naar Inhoud)
Berichten
van het anarchistische verdedigingscomité Turijn
Hierna volgen enkele uittreksels uit de berichten van het
anarchistische verdedigingscomité (CDA-Turijn) over de
aanklachten van officier van justitie Marini. Ze verschenen 12 en
18 december. Het CDA publiceert regelmatig berichten over de
stand van zaken. Deze berichten zijn o.a. via A-info's te
verkrijgen, en zijn te lezen op internet:
(http://www.ecn.org/zero/anarchy.htm)
Over de gevangenen
In ons laatste bulletin berichtten we over een tweede
hongerstaking, die van Giuseppina Riccobono, die sinds 17
september vastzit in de Rebibbia-gevangenis i.v.m. het onderzoek
van Marini naar zijn hersenschim O.R.A.I., de "gewapende
anarchistische bende". Nu is ook Tiziano Andreozotti in
hongerstaking gegaan uit protest tegen zijn internering. Uit een
info van Forte Prenestino, een gekaakt centrum in Rome, vernemen
we dat Tiziano sinds 28 oktober bovendien een dorststaking
begonnen is. Hier volgt de verklaring van Giuseppina Riccobono:
Gevangenis Rebibbia, 23 oktober, Giuseppina Riccobono:
"...vorige zomer had Tiziano een auto-ongeluk, waarbij hij
een hersenbeschadiging opliep. Hierdoor moet hij een bepaald
medicament (Gardenale) innemen. Het is een anti-epilepticum en de
inname mag onder geen beding onderbroken worden. Maar de
ziekenafdeling van de gevangenis is op 30 oktober gestopt het hem
toe te dienen, met als reden dat het niet op lege maag gebruikt
mag worden. Dit kan wel waar zijn, maar Tiziano's toestand blijft
hoe dan ook zorgwekkend en vraagt om andere omstandigheden.
Bovendien wacht Tiziano na anderhalve maand nog steeds op een
officiëlegoedkeuring van zijn arrestatie."
Salvatore Gugliara, die als eerste in hongerstaking ging, heeft
sinds dinsdag 2 november huisarrest (dat is in Italië mogelijk
in plaats van voorarrest - vert.) In tegenstelling tot wat we tot
nu toe gehoord hadden, is de reden hiervoor niet dat het Openbaar
Ministerie besloten zou hebben alle aangeklaagden die beschuldigd
worden van 'verenigingsdelicten' (gewapende bende, subversieve
vereniging, aanslagen, wapen- en explosievenbezit) met
'huisarrest' te sturen, maar hang talleen samen Salvo's
gezondheidstoestand (het gaat inmiddels beter met hem)...
Over het proces van 13 december 1996
Op vrijdag 13 december 1996 diende in Trento het hoger beroep
tegen de anarchisten Antonio Budini, Carlo Tesseri, Christos
Stratigopoulos en Jean Weir, die veroordeeld zijn wegens een
bankoverval en er van beschuldigd worden in juli '94 nogtwee
bankovervallen gepleegd te hebben, in de buurt van Trento. Zoals
sommigen zich zullen herinneren, had de rechtbank hen eerste
instantie tot 7(Carlo) en 6,5 jaar (de anderen) gevangenisstraf
veroordeeld. Dit was te danken aan de belastende verklaringen van
de 'kroongetuige' Mojdeh Namsetchi, de ex-vriendin van Carlo. Zij
heeft zichzelf van medeplichtigheid aan deze bankroven
beschuldigd om zo de anderen te 'verklikken'. Tijdens de eerste
zitting van het hoger beroep, op 7 november '96, had de
verdediging de talrijke tegenstrijdigheden in het verhaal van
deze 'spijtoptante' belicht - op wier verklaringen ook de hele
Marini-aanklacht tegen tientallen anarchisten gebaseerd is - en
hadden aangedrongen op een nieuw verhoor. Bovendien wilden de
advocaten ook de carabinieri-officier horen, die zijn kunsten had
ingezet om haar ertoe te bewegen te 'biechten' bij officier van
justitie Marini.
Welnu, deze carabinieri-officier - ene Mercurio Farino - heeft
zich niet laten zien op het gerechtshof, maar stuurde een
doktersattest waarin stond dat hij gewond was geraakt bij een
vuurgevecht dat, kijk eens aan, enkele dagen voor de zitting had
plaatsgevonden, waardoor hij zich maar liefst zes maanden niet
mag verplaatsen. Zo kan niemand hem dus pijnlijke vragen stellen
over hoe hij dit meisje 'toevallig' heeft leren kennen.
Mojdeh Namsetchi was er daarentegen wel. Haar ondervraging vond
plaats achter gesloten deuren, zonder de aanwezigheid van
sympatisanten die in grote getale uit heel Italië en zelfs uit
het buitenland waren gekomen. Ze werd beschermd door een soort
kamerscherm en door vier carabinieri van de ROS (speciale
eenheid). Van te voren dachten we, een beetje bezorgd om eerlijk
te zijn, dat dit meisje alle tijd had gehad om allerlei gegevens
uit haar hoofd te leren en de omstandigheden en de tijdstippen
van de bankroofte laten kloppen. Niets daarvan echter. Voor de
tweede keer was haar ondervraging één grote poppenkast, dermate
absurd dat zelfs de hoofdofficier van justitie perplex stond.
Haar antwoorden beperkten zich tot "weet ik niet",
"dat herinner ik me niet" en nog wat van die
nietszeggende zinnetjes. Niet alleen herhaalde ze de
tegenstrijdigheden, die in eerste instantie naar boven waren
gekomen -ze deed er nog een schepje bovenop. Ze verliet de zaal
in tranen, alleen en vertwijfeld. Een schouwspel dat eerder
medelijden dan woede opriep. Een andere getuige, een
bankmedewerker, ondergroef vervolgens de verklaringen van het
meisje verder, door een afwijkende beschrijving te geven van de
vrouw die aan de bankoverval zou hebben deelgenomen.
De in verlegenheid gebrachte officier van justitie heeft in het
licht van dit alles de rechters verzocht zich niet door de
verklaringen van de 'spijtoptante' te laten beïnvloeden,
aangezien de schuld van de aangeklaagden al overduidelijk bewezen
zou zijn door de video-opnamen in de banken en door de herkenning
door het bankpersoneel. Hij eiste dan ook 3 jaar cel wegens
"herhaalde bankovervallen" voor alle aangeklaagden, met
uitzondering van Jean Weir, voor wie hij vrijspraak eiste
(aangezienniet zij maar Namsetchi een van de daders geweest zou
zijn...)
Zijn eis - waarin de ongeloofwaardigheid van Modjeh Namsetchi
openlijk toegeven lijkt te worden - had bij het publiek de hoop
op een mogelijke vrijspraak aangewakkerd. We wachtten vol
spanning op de uitspraak. Na enkele uren beraadslaging werd tegen
23 uur in het gerechtshof van Trento het onverwachte vonnis
uitgesproken: 2 jaar cel voor alle aangeklaagden, zonder
uitzonderingen (dus ook Jean!). Het recht heeft zijn loop gehad.
Nu is het wachten op de motivatie van dit vonnis. Deze zal over
ongeveer een maand beschikbaar zijn. Het proces heeft in elk
geval een positieve kant: het werd duidelijk dat Mojdeh Namsetchi
absoluut ongeschikt is voor haar rol als 'spijtoptante'. Het
Marini-onderzoek begint te wankelen...
(terug naar Inhoud)
Aan de andere
kant van de muren.
Verklaring van honger- en dorststaking.
Ik, Salvatore Gugliara, geboren te Pescara op 21.03.1966,
momenteel in voorarrest in de Rebibbia-gevangenis, verklaar in
het volle bezit van mijn geestelijke vermogens, dat ik vandaag,
14 oktober 1996, de hongerstaking die ik op 17 september begon en
op 29 september onderbrak, weer hervat. Dit keer zal ik de
staking uitbreiden, en ook suiker en vloeibare voedingsmiddelen
weigeren tot me te nemen, als protest tegen de beslissing van de
rechters om mijn arrestatie goed te keuren. De rechtbank
ondersteuntmet deze beslissing de wankele, inquisitorische
theorie van de officieren van justitie Marini en Ionta - een
theorie die ons allemaal wil criminaliseren.
Deze tweede hongerstaking verschilt van eerdere hongerstakingen
door de extremere omstandigheden, en is het resultaat van een
nuchtere en doordachte, niet op emotionele gronden genomen
beslissing, Ik wil iedereen ervan weerhouden mijn strijd te
gebruiken voor democratische of humanistische doeleinden. Dit is
en blijft een strijd van een niet te temmen individu tegen de
leugens en de wraakzucht van de macht.
Salvatore Gugliara.
Salvatore werd wegens zijn gezondheidstoestand onder huisarrest
gesteld, d.w.z. hij kan terug naar huis, maar mag zijn woning
niet verlaten. Als hij zijn woning verlaat geld dat als uitbraak.
Ook Giuseppina Riccobono en Tiziano Andreozzi sloten zich bij de
hongerstaking aan. Giuseppina's gezondheidstoestand verslechterde
zienderogen. Ze werd eerst naar een ziekenhuis buiten de
gevangenismuren gebracht, en vervolgens, net als Salvatore
Gugliara en Christina Lo Forte, met huisarrest gestuurd. Ze mogen
met niemand contact hebben, ook niet telefonisch.
Wij zullen overal zijn!
Vier anarchisten, Antonio, Jean, Christos en Carlo, werden na een
overval gearresteerd. De staat heeft besloten dat deze overval
niet voldoende is: hij moet met drie vermenigvuldigd worden. Twee
onopgeloste bankroven leveren hiervoor het benodigde materiaal.
Een klein meisje, dat zich niet eens de richtlijnen die ze van de
rechters kreeg kan herinneren, verzint dat ze aan beide
overvallen heeft deelgenomen. Ze herinnert zich niets, maar heeft
inmiddels wel drie andere anarchisten bij de zaak betrokken.
De rechters Vigna en Marini willen nu datzelfde meisje gebruiken
om anarchistische publicaties en initiatieven, tezamen met
duizenden anonieme acties tegen bestaande machtsstructuren, om te
werken tot een gewapende bende met een leiding en een
organisatiestructuur: de staat ziet haar eigen spiegelbeeld.
Deze farce heeft in eerste instantie al geleid tot veroordelingen
tegen kameraden. Op 7 november zal in Trento het hoger beroep
dienen: de macabere dans begint van voor af aan. In het licht van
dit schouwspel van macht en dood zijn de enige levende elementen
onze kameraden en de solidariteit die hen verbind. De
gerechtshoven kunnen deze solidariteit niet opsluiten. De
solidariteit overstijgt hen, richting vrijheid, revolte en
plezier.
Opnieuw zullen onze kameraden in deze show getoond worden, als
dieren in kooien, slachtoffers op een podium, die hen in passieve
toeschouwers veranderd, in consumenten van alweer een
ongelofelijk poppenkast. Het draaiboek wil ons opnieuw daar zien.
Rechters, jullie spelregels zijn duidelijk: in de rechtszaal
draagt iedereen een masker. Maar de fout is simpelweg... het
leven. Jullie willen verdedigen - jullie zullen aangevallen
worden. Jullie willen water - jullie zullen vuur krijgen. Wij
zullen het spel bepalen: overal!
Jean Weir - herfst 1996
Klappen
Na het verlaten van het gerechtshof op 7 november werd Carlo
Tesseri door bewakers in elkaar geslagen. Hij schrijft daarover;
"...Toen we in Montorio bij de bak aankwamen, heb ik
geprotesteerd tegen het feit dat ze Antonio en mij van elkaar
gescheiden hielden, hoewel er geen samenkomstverbod geldt. Op dat
moment pakte een bewaker me beet en smeet me in een cel.
Vervolgens heb ik uitgeroepen dat hij zoiets nooit meer moest
proberen. Hij deed alsof hij me de sleutel achterna wilde gooien,
en smeet vervolgens de celdeur dicht. Ik werd kwaad en heb hem
nog enkele woorden achterna geroepen. Nadat ze Antonio in een
andere cel opgesloten hadden, zijn ze naar mij teruggekeerd - ze
waren met een man of zeven -en hebben me geschopt en met vuisten
in het gezicht geslagen. Ik heb geprobeerd mete weren, maar dat
was hopeloos tegen zeven bewakers.
Na ongeveer een half uur kwam er een inspecteur naar me toe die
me vroeg of ik problemen had. Ik antwoordde dat ik er geen had en
dat ik me persoonlijk om het voorval zou bekommeren.
De inspecteur zei dat als er al iets gebeurt zou zijn, hij niets
gezien of gehoord had. Ik herhaalde dat het geen probleem was,
als hij niets gezien of gehoord had. Daarop hebben ze me weer
teruggebracht naar de cel waar ik enkele dagen eerder al geweest
was. Ik zou graag willen dat dit voorval in de scene bekend
werd..."
Carlo Tesseri
(terug naar Inhoud)
Eng
We publiceren hier enkele van de meest krasse persleugens. die
geschreven werden naar aan leiding van de operatie van politie en
justitie, die tot de arrestatie van de anarchisten geleid heeft.
Ze tonen aan hoe men snel carrière kan maken: geen gedachten of
inzichten hebben, maar ze wel weergeven - zo wordt men een
succesvol journalist.
"De Italiaanse anarchisten kennen een hiërarchische
structuur, met leiders en aanhangers: de Italiaanse
Anarchistische Federatie (FAI). Bonanno en de zijnen
vertegenwoordigden sinds jaar en dag de meest extremistische
vleugel, die het gebruik van geweld het meest accepteerde... De
Blasi was een van hen. Het schijnt dat zijn oorsprong lag in het
zwarte extremisme (in goed Nederlands: hij zou een fascist
gewezen zijn - vert.). In dat jaar hebben de speciale eenheden
van de politie in Rome tijdens een schotenwisseling vier
anarchisten doodgeschoten, die verantwoordelijk waren voor de
Belardinelli-ontvoering."
(Andrea Cangini, La Nazione)
"Het schijnt dat er bij huiszoekingen enkele staven met
springstof, acht millimeter lange aluminium capsules en lonten
met lange brandduur gevonden zijn, die sterk lijken op die, die
gebruikt zijn bij aanslagen tegen ENEL-structuren op de lijn La
Spezia-Acciaiolo... Aan het hoofd van de organisatie staat
Alfredo Maria Bonanno, die door de Carabinieri van de ROS uit
Florence opgepakt werd in zijn vakantiehuis in Bagno Ripoli... Na
zijn arrestatie, toen hij een juwelierswinkel in Bergamo beroofd
had, verklaarde hij dat hij berovingen deed om zijn
propaganda-activiteiten te bekostigen... Er werd een
arrestatiebevel uitgevaardigd tegen de 42-jarige Orlando Campo
uit Campocalabro in Calabrië, die vier jaar geleden in Rome in
een clandestiene woning in de Via Garbatella gearresteerd werd.
Het onderzoek kwam op gang door vondsten in deze woning, waar
zich ook de Armeniër Gregorian Garagin bevond."
(Giorgio Sgherri, L'Unità/Firenze Mattina)
"...straat, zesde verdieping, eerste deur links. Daar bevond
zich de turijnse ondergrondse verblijfplaats van de
Revolutionaire Anarchistische Opstandige Organisatie, de groep
van neo-terroristen die in heel Italië, door de speciale
eenheden van de Carabinieri, verslagen werd."
(Angelo Conti, La Stampa)
"Dozen en dozen vol brochures, vlugschriften en pamfletten
van een groep die zich 'Anarchismo e Provocazione' noemt en die
een der journalistieke afsplitsingen van de organisatie was - een
andere publikatie, 'Canenero', werd in Florence gedrukt."
(Massimo Lugli, La Repubblica)
)
"Het onderzoek van de ROS kwam op gang na de huiszoekingen
in 1991 in de woning van Alfredo Bonanno in Catania. Tijdens de
huiszoekingen werd compromitterend materiaal gevonden, dat
verband houdt met voorbereidingen op overvallen en ontvoeringen,
en dat bewijst dat er banden bestaan tussen Bonanno en exponenten
van het Europese anarchisme."
(Salvo Barbagallo. La Sicilia)
(terug naar Inhoud)
Donder en bliksem
Met voldoening kunnen we vaststellen dat er talrijke
solidariteitsacties in Europa hebben plaatsgevonden - al is het
voornamelijk in Italië. Hopelijk zullen het er steeds meer zijn.
Zo bereikte ons het bericht dat in Griekenland voor een Italiaans
consulaat een picket-line gehouden is. In Zwitserland zijn
meerdere protestbrieven naar de Italiaanse consulaten verstuurd.
We waren ook blij met de belangstelling van Duitse anarchisten,
met de publicatie van de teksten in Duitsland, en met diverse
anarchistische publicaties in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk
en Engeland. Op deze plaats willen we iedereen bedanken die zich
met ons in verbinding gesteld heeft, en op eigen wijze zijn
solidariteit heeft uitgedrukt. Om de gebeurtenissen in Italië
zoveel mogelijk bekendheid te geven, volgt hier nog een opsomming
van voorvallen die in verband staan met de repressiegolf. We
moeten erbij vermelden dat er veel, veel meer acties
plaatsgevonden hebben, die we echter wegens ruimtegebrek niet
allemaal kunnen opnoemen.
Huiszoeking: Op 2 oktober hebben agenten van de Italiaanse BVD,
te weten Giorgio Properini, Antonio Massari, M. Brizi, M. Sargeni
en A. Gubinelli uit Viterbo, de woning van Massimo van
Applequince Records - een zelf-producerend anarcho-punk label -
doorzocht, op bevel van officier van justitie Renzo Pietroselli
uit Viterbo, en hem beschuldigt van "deelname aan een
subversieve vereniging, in samenwerking met onbekende
mededaders". Het in beslag genomen materiaal is talrijk en
grappig: platen, flyers, fanzines, spuitbussen, video's,
platehoezen. Zoals men ziet, ontbreekt het onze inquisiteurs niet
aan fantasie.
Waar gaat het om? Gaat het hier misschien om een officier die de
bekendere collega's uit Rome wil imiteren? Is hier sprake van
jaloezie? We zullen het zeker snel te weten komen.
Teramo: In de nacht van 11 oktober zijn in Teramo drie jongeren
door de politie opgepakt terwijl ze bezig waren de affiches
"oncontroleerbaar" op te plakken. Ze werden verhoord en
hun namen werden genoteerd. Tot zover niets bijzonders.
Bedenkelijk is wel het gewicht dat dit voorval in de lokale pers
kreeg. Een simpele solidariteitsactie met aanplakbiljetten werd
ineens een gevaarlijke aanslag en de drie gearresteerde kameraden
haalden zelfs als "anarchistische commando-eenheid" de
voorpagina's. Is men in het provincieplaatsje Teramo soms bang
voor solidariteit? Solidariteit met de opgepakte anarchisten, die
zich als een olievlek aan het verspreiden is? Overigens heeft de
sensatiekrant uit Teramo ook het aanplakbiljet in kwestie
gepubliceerd. Deze glibberige staatslakeien zijn zo af en toe
toch nog ergens goed voor.
Turijn: Op 23 oktober, gelijk met de verhoren van drie
anarchisten door de ROS, verspreidden twee groepen vlugschriften
voor de kazerne van de Carabinieri. Iemand ontvouwde op de
hoofdstraat Via Cernaia een spandoek met het opschrift:
"Marini Terrorista". Vier kameraden werden naar het
bureau gebracht en wegens "belediging" bekeurd.
Klappen: In de nacht van 24 oktober werd een graffitispuiter, die
zijn woedeover de hele toestand van Marini & Co. de vrije
loop liet, meerdere malen in elkaar geslagen. Hij had de pech dat
hij tijdens het spuiten door een stel voetgangers gezien werd. De
man van het paar, een politieambtenaar buiten dienst, trok meteen
het kostuum van de held aan en sloeg de jongen in elkaar.
Vervolgens stuurde hij een postduif naar de Carabinieri. Die
waren in enkele minuten ter plaatse en stelden vast dat een
portie slaag niet afdoende was. Dus alles begon nog eens van voor
af aan. Daarop kwam ook de politie erbij, zodat er nog een derde
portie onnodige klappen volgde - onnodig omdat men de klappen van
een staatsdienaar altijd makkelijk verteerd en ze niet in de
hersens doordringen. Onnodig omdat ze vergezeld waren door kreten
als: "Hé wat is dat, Canenero? We hebben vijf jaar
onderzoek gedaan om ze allemaal achter de tralies te krijgen, en
nu zijn ze ons nog steeds aan het treiteren. Canenero,
Canemorto!" (zwarte hond, dode hond) We kunnen verzekeren
dat Canenero springlevend is en bijtender is dan ooit. De klappen
zijn onnodig, want dergelijke gewelddadige praktijken tonen niets
anders dan hun ware aard. En dat is nooit goed voor een
democratische dictatuur die de murw geslagen hoofden van zijn
burgers de illusie van vrijheid wil voorhouden.
Grappige aanplakbiljetten tegen officier van justitie Marini en
zijn repressieve acties doken op 7 oktober op in Rome. Er was een
heel vermakelijke bij, die de dood van Bruno Giardina (off. van
justitie inTrento) aankondigde, alsmede zijn begrafenis die
klaarblijkelijk door begrafenisonderneming Marini georganiseerd
was.
Verrassing! In de nacht van 24 oktober zijn onbekende
anarchistische handen het paleis van de Gran Guardia in het
centrum van Verona binnengedrongen. Ongestoord hebben ze alle
panelen van een expositie die door de gemeente en een deel van de
industrie opgezet was, met aanplakbiljetten over de repressiegolf
tegen anarchisten bekleed. Bovendien schreven ze nog enkele
solidariteitsleuzen voor de gevangen anarchisten op de muren. De
expositie werd gesloten: enorme materiële schade. De politie
onderzoekt en de anarchisten lachen in hun vuistje. Ga zo door!
Op 5 november kregen de bewoners van twee gekraakte huizen in
Verona ongewenst de Carabinieri op bezoek. Dezen - in burger,
hand op het vuurwapen en zonder huiszoekingsbevel - gaven als
reden voor hun bezoek dat ze "anarchisten zochten".
Waarschijnlijk had dat betrekking op een totaalweigeraar die in
een van deze huizen woont en nog een gevangenisstraf moet
uitzitten. Deze totaalweigeraar, die natuurlijk helemaal geen zin
heeft in een staatsgevangenis te gast te zijn, is al langere tijd
onvindbaar.
Op 6 november hebben Carabinieri het huis van Italino Rossi
doorzocht, de uitgever van het anarchistische weekblad Umanita
Nova. De Carabinieri zochten wapens, die ze natuurlijk niet
vonden. De huiszoeking schijnt in verband te staan met het
onderzoek dat gaande is naar de voortdurende aanslagen op
hoogspanningsmasten in Toscana.
Op 6 november verscheen de DIGOS (politieke politie) in de
woningen van drie tot vier punx in La Spezia en in Sarzana.
Volgens het huiszoekingsbevel waren ze op zoek naar materiaal dat
"ordebewaarders veracht" en naar andere subversieve
voorwerpen. Twee punx werden naar het bureau gebracht en daar
mishandeld.
Een kleine opsomming van het in beslag genomen materiaal: kranten
(ook steeds Canenero), brochures, alle nummers van het bulletin
Rivoluzionaria Azione, afleveringen van Punk Generation,
fanzines, spuitbussen, sjablonen (!), flyers, vlugschriften die
ondertekend waren met "punx spezzini" (punx uit La
Spezia), artikelen, brieven en berichtgevingen uit de nor (van
Marzio, Tesseri, Garagin...)
(terug naar Inhoud)
Fragmenten
uit de verklaringsprotocollen van Mojdeh Namsetchi (Mei 1995)
Alle vertalingen zijn, voor zover dat mogelijk was, trouw aan
het Italiaanse origineel, dat wil zeggen: we hebben
onbegrijpelijke woorden in de tekst laten staan. Het gaat ons
erom te laten zien, welk woordgebruik Mojdeh hanteert. Zij, een
19-jarig meisje, dat zich bevindt in een zeer netelige situatie
en onder grote psychische druk staat, zou volgens de
verklaringsprotocollen allerlei ingewikkelde woorden gebruikt
hebben. We vinden bijvoorbeeld begrippen als proselitisme
(agressieve overtuigingsdrang, hersenspoeling) en prosevitisme
(propaganda..) die zelfs in het Italiaans alleen bij academici
bekend zijn. Verder treffen we zinnen aan als: "... de beide
brommers werden naar Rome vervoerd en aldaar geocculteerd
(verstopt)" of: "... om de bankoverval te consumeren
(uit te voeren)". Wat ook opvalt, is dat ze iedereen bij de
achternaam aanduidt, zoals dat bij de politie gebruikelijk is.
Wanneer het gaat om plaats- en tijdsaanduidingen is ze ofwel
"verward" ofwel spreekt ze zichzelf tegen. Zo is er
sprake van een clyname (zelfvoorzienend anarchistisch centrum) in
Trento. In werkelijkheid was die clyname gevestigd in Rovereto.
Dit moet de officier van Justitie op een gegeven moment
opgevallen zijn, dus verbeterd ze zich en heeft het daarna steeds
over Rovereto.
Ze noemt ook over het weekblad Canenero, dat echter op het
tijdstip waarover zij spreekt nog niet eens bestond. Woningen van
anarchisten worden ineens voorgesteld als bases van de
organisatie. Opslagplaatsen voor boeken veranderen in geheime
depots voor wapens en springstof. Mensen die bevriend zijn met
degenen die die woningen of opslagplaatsen huren, veranderen in
leden van de "tweede laag" (de illegale); degenen van
wie niet bewezen kan worden dat ze ooit in een van deze woningen
overnacht hebben of er enige tijd doorgebracht hebben, behoren
voorlopig tot de legale "eerste laag". Als klap op de
vuurpijl is er ook sprake van internationale kontakten. In dit
verband heeft ze het in het bijzonder over Duitsland: "...
Ik weet dat Tesseri in Duitsland was, ik weet niet in welke stad
maar het was in Duitsland want hij nam van daar een kado voor me
mee..."
"Na de arrestatie van Tesseri op 19 september 1994, ben ik
meerdere malen naar Rovereto gegaan om hem in de gevangenis op te
zoeken. Bij deze gelegenheden heb ik regelmatig het clyname in
Rovereto bezocht. Toen daar het nieuws over de moord op een
security-persoon in Lucca besproken werd - een bericht dat ik las
in het weekblad "Canenero" van 28 oktober 1994, in de
rubriek "berichten van de revolte"- hoorde ik dat deze
moord gepleegd was door Alfredo Bonanno en andere kameraden... Nu
kan ik me niet herinneren of de naam van Alfredo Bonanno genoemd
werd in samenhang met deze moord, die op 19 oktober 1994 gepleegd
is en waarvan sprake is in het weekblad Canenero van 28 oktober
1994, of dat het betrekking had op de andere twee
'privé-politieagenten', die eveneens in de buurt van Lucca
vermoord werden.
Ik wil ook benadrukken dat alle "Canenero"-publicaties,
die als bijlage aan de akten toegevoegd zijn, door mij
persoonlijk aan de Carabinieri overhandigd zijn. Ik had ze bij me
in mijn laatste woning in de Via Ludovico Pavone. Ik wil verder
duidelijk maken dat het weekblad Canenero een uitgave is
uitsluitend voor intern gebruik binnen de anarchistische
scene..." (Canenero is in verschillende, boekhandels normaal
verkrijgbaar - vert.)
"Ik wil preciseren, dat binnen de organisatie een dubbele
laag was: de een openlijk, en daarmee schijnbaar legaal, de
andere occult en zeker illegaal. De openlijke en schijnbaar
legale laag weerspiegelde zich in de bijeenkomsten die gehouden
werden in de zogenaamde bezette centra, in het maken en
verspreiden van verschillende vlugschriften, waarin ook
solidariteit met de opgepakte kameraden getoond werd, zoals het
geval was in Rovereto, waar velen ook aanwezig waren tijdens het
proces tegen de arrestanten i.v.m. de bankoverval van 19
september; in geïmproviseerde vergaderingen die bij de
"muretto" gehouden werden; in het weekblad
"Canenero" dat tijdens demonstraties verspreid werd; in
het kraken van leegstaande gebouwen die vervolgens de
"bezette centra" werden waarover ik eerder sprak.
De tweede laag daarentegen, waaraan slechts een deel van de
aanhangers van de zogenaamde anarchistische scene deelnam, was de
occulte en daarmee illegale, aangezien die zich verwezenlijkte in
het programmeren en realiseren van bankovervallen, wat een van de
vormen van zelffinanciering was; in het vergaren van wapens, die
het gemeenschappelijk patrimonium van deze laag van de
organisatie moest vormen en die bovendien gebruikt werden bij het
plegen van bankovervallen; en de springstoffen behoorden eveneens
tot het gemeenschappelijke patrimonium van de organisatie, om
aanslagen mee te plegen".
"Ik wil naar voren brengen, dat er nog een systeem bestond
om geldmiddelen voor de organisatie te vergaren: het vervalsen
van treinkaartjes. Men kocht treinkaartjes voor korte afstanden,
vervolgens vervalste men die door met ``gomma pane" (een
speciaal soort vlakgom, vert.) de plaats van bestemming te
verwijderen en te vervangen door een verder afgelegen bestemming.
Dan ging men naar het station Termini en liet de kaartjes
inwisselen; zo kreeg men als winst het verschil tussen de korte
en de langere afstand uitbetaald. Natuurlijk werd het kaartje
voor niets anders gebruikt als om terugbetaling op deze wijze te
verkrijgen; in enkele gevallen maakte men gebruik van valse
paspoorten om terugbetaling te krijgen. Ik herinner me dat een
van de meest genoemde steden Londen was. Andere keren werd dit
systeem toegepast om met de trein te reizen; ook bij gelegenheden
toen we ons verplaatsten om de bankovervallen te plegen. Daarbij
doel ik in het bijzonder op de overvallen in Milaan, Ravina en
Rovereto. Dus, elke keer wanneer we met de trein moesten reizen,
gingen we naar een reisbureau waar we kaartjes voor korte
afstanden kochten, om die dan met het bovengenoemde systeem in
langere afstanden te veranderen... En dat deden de andere
aanhangers van de organisatie ook".
"De woning van Tesseri, waarin mevrouw Silocchi als
ontvoerde vastgehouden werd, bevind zich in Aprilia. De woning
bestond uit drie slaapkamers, twee badkamers, een woonkamer met
kookgelegenheid. De ontvoerde Silocchi bevond zich in een van de
drie slaapkamers, om precies te zijn in die van de ex-vrouw van
Tesseri, van C.L. dus. Ik zeg dit omdat ik weet dat Tesseri de
andere slaapkamer bezette, die ik zeer goed kende, en dat de
derde, iets kleinere slaapkamer van de dochter van Tesseri was,
die op dat moment 12 jaar oud was. Ik heb dit kind onder de naam
V. leren kennen. Ik heb dit kind echter nooit in de woning
ontmoet, maar ik heb C.L. voor het eerst tijdens de ontvoering
leren kennen. Ik heb gezien dat C.L., P.A. en O.C. ten tijde van
de ontvoering met z'n drieën in de kamer van V. geslapen hebben.
Ook ik heb in deze tijd in deze woning geslapen, in de kamer van
Tesseri, maar slechts gedurende enkele nachten. In ieder geval
was ik overdag nooit in deze woning. Ik herhaal, ik heb daar
slechts twee nachten doorgebracht, om samen met Tesseri te
slapen. Bij deze gelegenheden kon ik zien dat behalve C.L. en
P.A. ook deze andere vrouw aanwezig was, over wie ik verteld heb,
en waarvan ik begrepen heb dat het om Mirella Silocchi gaat.
Mevrouw Silocchi was steeds begeleid als ik haar zag. De eerste
keer heb ik haar samen met C.L. gezien, toen ze haar naar die
kamer brachten, waarover ik verteld heb; een andere keer zag ik
haar in het voorportaal samen met C.O.; weer een andere keer heb
ik haar gezien toen ze instapte in een auto en weggebracht werd.
Ik heb haar nooit geboeid of vastgebonden gezien. Het was een
vrouw van 40 - 45 jaar, dun, niet groot, met rood haar (maar die
waren geverfd), ze droeg een vrij donkere bril. Ik zou niet
kunnen zeggen wat voor kleding ze droeg. Ik kan haar niet beter
beschrijven, aangezien ik haar bij alle drie de gelegenheden
slechts gedurende enkele ogenblikken gezien heb. Ik heb haar niet
horen praten. Ik heb deze vrouw nooit op foto's gezien, noch heb
ik haar foto's ooit in kranten en/of op televisie gezien. Als ik
vandaag een foto van haar te zien zou krijgen, zou ik in staat
zijn haar te herkennen". (Deze 'feiten' zouden 4 jaar
geleden gebeurd zijn, toen ze als 15-jarige Carlo Tesseri ontmoet
had).
"De basisgroep van de organisatie bestond uit degenen die in
de woningen van G. en S. bijeen kwamen of daar transeerden
(langskwamen- vert.). Vaak ontmoette ik dezelfde personen ook in
de bezette centra in deze stad, vooral in het bezette centrum
Garbatella, waar ik voor het eerst S, S.M. en zijn vriendin M.
heb leren kennen. Ik wil hieraan toevoegen dat ik nog een
persoon, die deel uitmaakte van deze organisatie, heb leren
kennen. Het gaat om een Siciliaan die in Perugia woonde en daar
het sociale centrum L'Aria dreef. Enkele malen ben ik met Tesseri
ook in zijn woning geweest. Ik kan me herinneren dat het een keer
op 26 december 1993 was, toen ik samen met Tesseri, S. en G.
daarheen gegaan ben, om met deze personen over het te publiceren
nummer van Canenero te praten. Deze persoon heet P.S. Hij en de
vrouw met wie hij samenwoont, die G. heet, zijn allebei
anarchisten."
"Ook M.S. en M.S., die ik tijdens de foto-herkenningssessie
herkend heb en die ik in de woning van S. gezien heb, waren,
samen met S.M., betrokken bij het weekblad Canenero. Hierover wil
ik preciseren dat enkele malen een deel van de buit van een
overval naar Perugia gestuurd werd, alwaar dan in het centrum
L'Aria verschillende anarchistische documenten gedrukt werden.
Het centrum werd geleid door P.S. die al vele jaren met Tesseri
bevriend was. Ik ben eenmaal in zijn woning geweest, ik meen me
te herinneren dat het 25 of 26 november 1993 was. Bij deze
gelegenheid waren Tesseri, G., S., en ikzelf aanwezig. Ik wil
preciseren dat enkele dagen tevoren een bijeenkomst
plaatsgevonden had in verband met de aanstaande uitgave van het
weekblad Canenero, vandaar dat de reden van ons bezoek aan P.S.
was dat men met hem over het uitgeven van dit tijdschrift moest
praten."
(terug naar Inhoud)
Uit
de protocollen van de rechtbank van Trento, 16 januari 1996
Fragmenten uit het verhoor van Mojdeh Namsetchi.
Tijdens de rechtzaak tegen Jean Weir, Antonio Budini, Christos
Stratigopoulos en Carlo Tesseri werd de zogenaamde 'kroongetuige'
in het openbaar ondervraagd. Zij beschuldigde zichzelf van
medeplichtigheid aan twee bankovervallen, die gelijktijdig
plaatsvonden.We drukken een selectie af - commentaar lijkt ons
overbodig. De rechtbank was van mening dat het om een
betrouwbare, overtuigende getuigenis ging...
Voor de overval
Vraag:
U bent een dag eerder uit Rome vertrokken, de dag voor de
overval; bent u van Rome naar Milaan gegaan?
Mojdeh Namsetchi:
Ja, ik dacht van wel.
Heeft u in Milaan een of meerdere nachten overnacht?
Een.
Wanneer bent u vanuit Rome vertrokken?
's Avonds.
Hoe laat ongeveer?
Dat weet ik niet meer.
Probeer het u te herinneren.
Nee, ik weet het niet meer.
Weet u nog hoe laat u in Milaan aankwam?
Ik geloof 's nachts.
Weet u het zeker?
Nee, maar ik geloof van wel.
U bent rond 20.00 uur uit Rome vertrokken, mogen we daar vanuit
gaan?
Misschien, ik weet het niet zeker.
Mogen we er vanuit gaan?
We mogen overal vanuit gaan.
Als u zegt dat u een nacht in Milaan overnacht heeft, dan kan dat
ook de nacht zijn dat u zo laat aankwam, of niet?
Helaas herinner ik het me niet meer.
Bent u per trein naar het doel gegaan?
Ja.
Waar stopte de trein?
Ik ben daar niet erg bekend.
Was het een groot of een klein station?
Klein.
Voor of na Trento?
Ik zou het u niet kunnen zeggen.
U bent in elk geval uitgestapt in een station dat niet Trento
was. Kan het Rovereto geweest zijn?
Mogelijk.
Tijdens de overval
Wat heeft u gedaan nadat u de bank binnenging?
Dat weet ik niet meer.
Weet u nog wat u aanhad?
Zo ongeveer.
Kunt u dat beschrijven?
Ik droeg een broek en een pet, maar ik weet het niet precies
meer.
Weet u hoe de anderen gekleed waren, in elk geval diegenen die
deelnamen aan de bankoverval waarbij u ook betrokken was?
Ja, ze droegen een overall. (de beelden die door een verborgen
camera opgenomen zijn tonen een man met stropdas en colbert, en
de ander met stropdas en een overjas - red.)
Heeft u het geld meegenomen?
Dat weet ik niet meer.
Wat is er met het geld gebeurd?
Welk geld?
Droeg u handschoenen?
Ik zou het niet kunnen zeggen, ik weet het niet meer.
U heeft verklaard dat u in het bezit van een pistool was?
Ja.
Weet u nog welke kleur?
Donker.
Wat bedoelt u met donker? Grijs, zwart?
Ik weet het niet precies meer, maar het was een donkere kleur.
Wat voor soort pistool was het, weet u dat nog?
Nee.
Waar bewaarde u het wapen?
Achter mijn broekriem, geloof ik.
Van uw bewegingen binnen het bankgebouw herinnert u zich niets
meer?
Nee.
Ging u als eerste, als tweede of als derde naar binnen?
Dat weet ik niet meer.
Was uw gezicht bedekt of niet?
Ik dacht dat het ontbloot was.
Wat is de naam van de bank?
Dat weet ik niet meer.
Weet u niet meer hoe de bank die u beweert te hebben overvallen
heet?
Nee.
Kunt u het gebouw beschrijven?
Nee.
Heeft het een of twee verdiepingen?
Nee.
U kunt zich het gebouw niet eens herinneren?
Het was een laag gebouw, maar ik herinner het me niet precies
meer.
Was u gewapend?
Ja.
Had u ooit een vuurwapen gebruikt?
Tesseri had me van te voren geleerd met wapens om te gaan.
Weet u of u het pistool de hele tijd zelf hebt gehouden, of dat u
het tijdens de beroving aan een van de anderen heeft gegeven?
Ik weet het niet meer.
Gelooft u niet dat de omstandigheid dat u aan een bankroof
deelneemt in uw geheugen gegrift zou moeten zijn?
Nee, want gedurende de overval was ik doodsbang, het was een
nieuwe situatie voor mij.
Viel tijdens de overval het pistool uit uw hand?
Dat weet ik niet meer precies.
Bent u tijdens de overval gestruikeld?
Dat weet ik niet meer. Ik was erg onrustig, het was voor het
eerst dat ik een wapen vast had.
Is er een schot gelost met uw pistool?
Ik weet het niet meer.
Weet u nog of u sportschoenen droeg?
Mogelijk. Mogelijk wel, mogelijk ook niet.
Weet u wat de persoon die buiten voor de bank is gebleven precies
als taak had?
Ze wachtte buiten met een radio die afgestemd was op de
politiefrequentie. Ze moest in de gaten houden of de situatie
rustig was.
Is zij samen met jullie weggegaan?
Nee.
Is zij daar gebleven?
Ik weet niet hoe ze weggegaan is.
Heeft u haar buiten gezien?
Ja. We wisten dat ze daar was.
Heeft u haar gezien toen u ter plaatse aankwam?
Ja, ik dacht van wel.
Wist u dat ze daar zou zijn?
Ik wist dat ze er was, maar ik heb haar zelf niet gezien.
Na de overval
Toen jullie de bank verlieten, zijn jullie toen met z'n allen in
een auto gekropen?
Ja.
Met z'n hoevelen dus?
We waren met z'n zessen.
Waar bent u gaan zitten?
4 achter en 2 voor.
Wie hield de wapens bij zich?
Dat weet ik niet meer.
Wat was het merk van de auto waarmee u gevlucht bent?
Ik geloof een Fiat Uno, dat meen ik me te herinneren.
Weet u nog welke kleur?
Het was 'n lichte kleur. (Volgens getuigenverklaringen was de
auto donkerrood, red.)
Spijtoptante
Heeft u het besluit om te spreken over het gebeurde uit zichzelf
genomen of op verzoek van iemand anders?
Uit mezelf.
Tegen wie heeft u het als eerste verteld?
Tegen inspecteur Farino.
Hoe heeft u deze inspecteur leren kennen?
Ik heb hem ontmoet op mijn werkplek. (een nachtclub, red.)
Was deze inspecteur ter plaatse om redenen die verband houden met
dit onderzoek of een ander onderzoek naar deze anarchistische
groepering?
Nee, hij was daar vanwege zijn werk, om andere redenen.
Om welke redenen?
Ik ben er niet van op de hoogte.
Hoe heeft u hem leren kennen? Hoe heeft hij zich aan u
voorgesteld?
Hij was daar vanwege zijn werk, dus hij heeft zich niet
voorgesteld.
Hoe bent u dan te weten gekomen dat het een inspecteur was?
Dat heeft hij me later zelf verteld.
Wanneer?
Een paar dagen later.
Heeft inspecteur Farino een bepaalde rol gespeeld nadat hij zich
bekend gemaakt had als inspecteur? Heeft hij een zekere invloed
gehad toen u bepaalde beslissingen nam? Heeft hij u geholpen,
heeft hij u bij de onderzoeksrechter geïntroduceerd?
Ja, hij heeft me bij de onderzoeksrechter geïntroduceerd, maar
het was mijn eigen beslissing.
Was uw betrokkenheid met inspecteur Farino daarmee ten einde, of
heeft hij u daarna nog verder bijgestaan en advies gegeven?
Ja, hij heeft me bijgestaan.
Welke garanties zijn u gegeven om vandaag te getuigen?
Wat bedoelt u?
Een ander huis, een andere naam, een maandgeld, dat soort dingen.
Daar geef ik liever geen antwoord op.
(terug naar Inhoud)
Wat
willen jullie nou, heren rechters? Wij zijn niet te temmen!
Dinsdag 17 september, in alle vroegte. Een groot aantal
carabinieri, aangevoerd door de beruchte speciale eenheid ROS,
verschaft zich met geweld toegang tot de woningen van meer dan 70
anarchisten in verschillende Italiaanse steden. Het is het
spectaculaire begin van de tweede fase van een operatie van
Justitie, die officieel op 16 november 1995 van start ging met
huiszoekingen in heel Italië. De officieren van Justitie Marini
en Ionta uit Rome vragen bij hoofdofficier van justitie Claudio
D'Angelo 29 arrestatiebevelen aan, die hij maar al te graag
ondertekent. De aanklacht luidt: "het vormen van een
gewapende bende, lidmaatschap van een subversieve vereniging,
bezit van wapens en explosieven". Sommigen worden bovendien
van "aanslagen op openbare instanties en overvallen"
beschuldigd, anderen van "ontvoering en moord".
Tenminste vijf anarchisten zijn spoorloos.
De gemaskerde carabinieri grendelen met tientallen auto's de
straten af en stormen de huizen binnen, pistool in aanslag; ze
trappen deuren in en vernielen alles wat ze onderweg tegenkomen.
Ze doorzoeken de woningen, die ze "terroristennesten"
en "logistieke bases" noemen, zeer grondig. Hun
optreden verraadt dat geen poging ondernomen wordt om deze
groteske actie te versluieren - integendeel: alles wijst erop dat
deze actie goed voorbereid is, en met opzet zo spectaculair
mogelijk geënsceneerd is.
Vanaf de ochtend-uitzendingen bericht het televisiejournaal over
de operatie in termen van een "anti-terroristische
bliksemactie" tegen een "gevaarlijke bende van
criminelen". Om 11 uur geeft officier van Justitie Marini
eenpersconferentie, waarin hij tekst en uitleg geeft over de
"gewapende bende", waarvan hij een exotische naam
prijsgeeft: "O.R.A.I.". De media berichten slaafs dat
deze organisatie in het verleden de verantwoordelijkheid voor
verschillende aanslagen heeft opgeeist, al weet niemand welke, en
kan men zich de organisatie eigenlijk niet herinneren.
De bende zou zichzelf gefinancierd hebben door overvallen en
ontvoeringen te plegen, in samenwerking met Sardijnse criminelen
(die in de Italiaanse volksmond gelden als specialisten op het
gebied van ontvoeringen). Het geld zou gebruikt zijn om de
drukkosten van verschillende anarchistische publicaties te
dekken: Anarchismo, Provocazione, Canenero, maar de sluwe Marini
benadrukt meteen dat er geen sprake is van een aanval op de
"ideologie". Welnee, wie eerlijk en rustig
"politiek bedrijft" hoeft niets te vrezen. We hebben
het hier echter, zo legt hij uit, over gevaarlijke criminelen met
een onbegrijpelijke drang de democratische orde omver te werpen.
Zoals elke zichzelf respecterende "bende" heeft ook
deze een "leider": de bekende anarchist Alfredo
Bonanno, die in de hiërarchie van de "dagelijkse
leiding" aan top zou staan. De pers drukte zonder morren de
lijst af die de rechercheurs uitdelen, waar opgesomd wordt wat de
bende zoal op zijn geweten heeft, en put bij het kiezen van
koppen uit de woordenschat van de jaren '70. In de linkse pers is
het niet anders.
Enkele dagen later beginnen de verhoren, waarbij Marini en Ionta
zelf de ondervragers zijn, hetgeen zeer ongebruikelijk is. Ze
bereiken echter niets, aangezien iedereen weigert de vragen te be
antwoorden. Salvatore Gugliara, Giuseppina Riccobono en Tiziano
Andreozzi gaan in hongerstaking. en later ook in dorststaking, om
tegen deze repressie te protesteren..Het vooronderzoek wordt
afgesloten. De volgende stap is dat de arrestanten zullen worden
voorgeleid, waarbij besloten wordt of de aanklacht wordt
toegelaten, d.w.z.. of het tot een rechtszaak tegen de 68
aangeklaagden komt. Dit is vastgesteld voor 10
december.(inmiddels uitgesteld tot maart)
Waar de aanklacht concreet wordt, betreft het zaken waarvoor in
het verleden al verschillende anarchisten opgepakt zijn; sommige
van hun processen lopen nog, zoals het proces wegens twee
vermeende bankovervallen in Trento en het Silocchi-proces wegens
ontvoering (dit laatste proces wordt gekenmerkt doordat het
openbaar ministerie oppert dat er een connectie bestaat tussen
"gewone criminaliteit" en subversieve anarchisten). De
nieuwe aanklacht voegt hier niets aan toe, maar de
arrestatiebevelen konden worden uitgevaardigd dankzij de
medewerking van een meisje dat zichzelf beschuldigd om anderen
erbij te lappen. Zij wordt door het openbaar ministerie, dat in
feite niets in handen heeft, gebruikt om deze absurde constructie
op te bouwen: de bende, de leider, de soldaten, de helpers.
Maar welke anarchist zou ooit een hiërarchisch gestructureerde
paramilitaire organisatie kunnen steunen, laat staan er lid van
kunnen zijn? Dit is ondenkbaar voor individuen die in elke vorm
van macht een obstakel zien dat hen en anderen belemmerd zich
vrij te ontplooien. Voor anarchisten, die hun bestaansrecht
ontlenen aan de middelen, de benaderingswijze - en niet aan het
doel dat koste wat het kost bereikt moet worden - is een
"gewapende bende" niet alleen een nachtmerrie, het is
zelfs de vijand. En het is geen toeval dat juist de staat deze
vijand nieuw leven ingeblazen heeft.
De staat kan van zijn kant niet toegeven dat een netwerk van
individuen, gebaseerd op gelijke interesses en affiniteiten,
mogelijk is - individuen die zich bovendien niets aantrekken van
de spelregels van de dominante maatschappij. Daarom creëert de
staat uit het dagelijkse, individuele verzet van mensen (die dit
bewust uitdragen en in praktijk brengen) een organisatievorm die
hij goed kent en weet te bestrijden: een organisatie met een
baas, een leger, een vijand.
In deze context moet men dan ook de poging tot mystificatie van
de zijde van het openbaar ministerie zien, wanneer men het heeft
over "direkte actie, opstand, revolutie, informele
organisatie". Aan het eind van dit briljante theorema wordt
het anarchisme ineens een ideologie, ja zelfs een
geloofsovertuiging.
Maar de beide officieren van justitie met hun repressieve
strategie - waarin de hand van hoofdofficier van justitie
Pierluigi Vigna te herkennen valt, die al ruim twintig jaar
probeert anarchisten achter de tralies te krijgen - hoeven niet
uit te leggen wat ze doen en waarom. Ze kunnen hun operatie
binnen een dag afronden.
Vanaf de dag na de arrestatie hullen de media zich in
stilzwijgen. De enigen die er verder aandacht aan besteden zijn
de vrije radiozenders in enkele steden - zij volgen de zaak op de
voet. Degenen die zich met de vervolgden verbonden voelen en die
het potentiële gevaar van deze operatie erkennen - het kan
iedereen treffen die zich in woord en daad verzet tegen de staat
- doen wat ze kunnen. Ze proberen de intimidatie-tactiek en de
gezaaide angst te doorbreken. De hypothese van de "twee
lagen", al in de jaren '70 uitgedacht, maakt het mogelijk om
wie dan ook te beschuldigen van ondergrondse activiteiten. Het
maakt verder niet uit of het gebeurd via vriendschapsbanden of
via solidariteitsbetuigingen, het uitbrengen van kranten of
tijdschriften, het bezoeken van kraakpanden, het verzet tegen de
dagelijkse repressie. Allemaal activiteiten die mogelijk veraf
staan van de dagelijkse praktijk van de meesten, of die men als
onbeduidend ziet, of waarover men het soms beter niet kan hebben.
Marini en Ionta hebben duizenden subversieve woorden die de
afgelopen jaren door vele mensen uitgesproken zijn, op hun manier
geïnterpreteerd. Maar het zijn slechts woorden, meningen
waarover te discussiëren valt, niets meer. Hoe kunnen ze de rest
hard maken?
Uit: Canenero 33
(terug naar Inhoud)
De
federalistische anarchisten klagen aan
Lange tijd heeft de FAI er de voorkeur aan gegeven om te zwijgen.
Dit veranderde toen in de Italiaanse pers te lezen was, dat dát
deel van de anarchistische scene tegen wie een onderzoek gaande
is op het congres van de FAI in Forlì 1988 onder het verwijt van
"terrorisme" buitengesloten zou zijn.
Hier volgt het standpunt van de FAI:
De repressie van de laatste tijd, waar de pers op grond van
verslagen van de overheid, justitie en de ROS veel ophef over
maakte, laten de nieuwe technieken van sociale controle zien.
Deze zijn gebaseerd op het uitvinden van fictieve
lidmaatschappen, congressen en uitsluitingen, die allemaal nooit
hebben plaatsgevonden, en de verschillende delen van de
anarchistische beweging wordt een rol toegewezen, die hun op dat
moment even uitkomt.
De hoofdrolspelers van deze gebeurtenissen, de officieren van
Justitie Marini en Ionta en de speciale eenheden van de
carabinieri, beschuldigen de beklaagden van bijzonder
schandelijke daden: ontvoering en meervoudige moorden.
Het loont de moeite, om zich te herinneren, dat deze Marini
leidinggevend officier van Justitie was bij het onderzoek naar de
massamoord van Ustica. (In 1980 stortte bij het eiland Ustica,
bij Sicilie, een passagiersvliegtuig neer, zonder overlevenden.
Het is een publiek geheim dat dit vliegtuig werd neergeschoten
door de luchtmacht, maar de staat is er tot op heden in geslaagd
de zaak in de doofpot te houden. vert.) Daarbij heeft hij er
bijzonder op gelet de Aeronautica militare (luchtmacht) buiten
beschouwing te laten. Bovendien heeft hij zijn bijdrage geleverd
om het onderzoek naar de 'desparecidos' van Italiaanse afkomst in
de doofpot te stoppen en heeft daarmee die Argentijnse slagers
een goede dienst bewezen. (Marini was ook belast met het
onderzoek naar tijdens de militaire dictatuur in Argentinie
verdwenen Italianen. Hoewel er stapels bewijzen waren, met naam
en toenaam, liet hij de zaak seponeren, om de bondgenoot niet
voor het hoofd te stoten.. vert.)
Wat de carabinieri betreft: de bloedbaden, van Piazza Fontana tot
vandaag de dag aan toe, wijzen op zwaarwegende deelname van hoge
militairen, (zoals bijvoorbeeld in Peteano en Bologna). De
'filosofie' van het onderzoek is gebaseerd op de beschuldiging
een subversieve groepering op te zetten. Dit delict, dat in de
tijd van het fascisme in het wetboek van strafrecht opgenomen
werd, bestraft geen bepaalde criminele handelingen, maar is een
dreiging tegenover die groeperingen die tot doel hebben
onderdrukking en onrechtvaardigheid door radicale verandering van
de maatschappij uit de weg te ruimen. Deze dreiging wordt in
overeenstemming met de actuele, politieke interesses in praktijk
omgezet.
De beschuldiging een subversieve groepering te vormen wordt ook
gebruikt om repressies tegen het zich organiseren van
arbeiders/sters te steunen, zoals de recente gerechtelijke
uitspraken tegen de vakbondsrechten van de USI (Unione Sindacale
Italiana-vakbond) laten zien. De USI heeft in haar statuut het
streven naar verandering van de maatschappij opgenomen.
Leugenachtig en functioneel lijken daarom ook te beweringen van
de verantwoordelijken voor het vooronderzoek, die de FAI als
'braaf' willen kenschetsen: het delict, 'vorming van een
subversieve vereniging', zou men altijd ook een organisatie als
de onze kunnen verwijten, een organisatie, die zich ervoor inzet
de staat te vernietigen en het communistisch anarchisme waar te
maken.
Deze aanklacht kan net zo goed elk ander deel van de sociale
oppositie treffen. De juridische ordening garandeert dus alleen
voor diegenen vrijheid van vereniging, die een maatschappij van
heerschappij en uitbuiting accepteren.
De federalistische Anarchisten brengen het principe van het doel
en de middelen in praktijk. Ze erkennen dus alleen maar die
regels, die zij vrijwillig aannemen en wijzen elke vorm af van
opgelegde wetgeving, of beter gezegd van aanmatiging van
wetgeving, overheid en politie om zich overal op een autoritaire
wijze in te mengen.
Met dezelfde vastbeslotenheid waarmee zij tegen de staat vechten
wijzen de Anarchisten het af om op praktijken te steunen die
autoritairisme conserveren of reproduceren: ongedifferentieerd
geweld of de dwang in het geval van ontvoering; een dwang die op
trieste wijze aan de door de staat in de gevangenissen
uitgevoerde vrijheidsberoving herinnert.
Omdat het aan de justitie overgelaten blijft te beslissen wat
legaal en illegaal is, wijzen wij de mythe van het illegalisme
af. Deze mythe zegt dat illegale acties op zich al revolutionair
zijn, ook al proberen ze niet de orde zelf revolutionair te
overwinnen. Daardoor verraadt zulk een mythe als uiterst
reformistisch.
De federalistische Anarchisten bevestigen nogmaals hun inzet voor
de sociale strijd voor zelforganisatie van de arbeiders/sters.
Zij identificeren zich met de directe actie en niet met
delegatie; met de federalistische manier van organiseren, met de
solidariteit met de strijd van de uitgebuiten in de hele wereld
voor een ware bevrijding van de mensheid.
FAI -congres, Carrara, 21/22, 9, 1996
(terug naar Inhoud)
No more silence!
Uiteindelijk heeft het anarchistische weekblad "Umanita
Nova" besloten, haar langdurig zwijgen in deze
aangelegenheid te beëindigen en heeft in de uitgave van 10
november deze notitie gepubliceerd:
Uit een brief, die ons toegezonden werd, hebben wij vernomen, dat
Budini Antonio, Camenisch Marco, Campo Orlando... ten gevolge van
de repressieve operatie van 17 september 1996 zich sinds 21
oktober 1996 in de gevangenis van Rebibia in hechtenis bevinden.
Van Salvatore Gugliara weten wij, dat hij de hongerstaking
voortzet en zijn gezondheidstoestand steeds slechter wordt.
Dat hadden ze wel eens eerder te weten mogen komen en kunnen
meedelen!
Penelope Nen
"Maar ver verwijderd van ons begrip van anarchie staan
ook de onteigening en die gewelddadige acties die het leven van
mensen in gevaar brengen, en in het algemeen: de theorie en
praktijk van de illegaliteit 'tot elke prijs'. Deze acties staan
in duidelijk contrast met de geweldloze, malatestiaanse geest,
die wij ons eigen hebben gemaakt."
(uit 'Germinal', nr. 71/72, pag. 26)
De grootste pech, die een mens met bepaalde kwaliteiten kan
overkomen, is door volgelingen omgeven te zijn. Zolang hij leeft
zal hij er voortdurend mee bezig zijn, dat in zijn naam geen
onzin gezegd of gedaan wordt. Toch zal deze moeite na zijn dood
tevergeefs blijken te zijn wanneer zijn volgelingen de door hem
ingeslagen weg verder vervolgen. De volgelingen zullen nooit de
kwaliteiten van hun meester bereiken want alleen degene die zelf
geen eigen ideeën heeft neemt die van anderen over door
volgeling te worden.
Daarmee bewijzen de volgelingen niet alleen hun onvermogen om de
ingeslagen weg alleen voort te zetten, ze slagen er zelfs in,
juist omdat de ze kwaliteiten van hun voorganger niet bezitten,
de ideeën te verdraaien en te verraden, terwijl ze juist beweren
die ideeën te vertegenwoordigen.
Dit op zich verwerpelijke fenomeen neemt vaak groteske, ja zelfs
grappige vormen aan, vooral dan als de ongelukzalige meester(es)
een Anarchist is, dus een individu dat vijandig tegenover elke
autoriteit staat en dus uit principe tegen de geest van meelopen
is.
Ondanks alles: wie kan ontkennen, dat ook binnen de
anarchistische beweging zulke gevallen zich voordoen. Om het niet
te ver te zoeken, denke men aan de bekendste Italiaanse anarchist
Errico Malatesta.
Voor alle vrienden en leerlingen van de leer van Malatesta moest
een ding duidelijk worden: zijn enige zorg en zijn enige wens in
zijn hele leven was het, de revolutie te bewerkstelligen. Voor
Malatesta bestond er geen twijfel: anarchisten zijn anarchisten
omdat zij anarchie willen. En de anarchie kan alleen door de
revolutie gerealiseerd worden, een revolutie die niet geweldloos
kan zijn, een revolutie wiens eerste taak de opstand is. Dit
klinkt banaal en dat is het ook, maar het is een banaliteit die
veel anarchisten afwijzen en afkeuren.
Zo schreef L. Fabri: "Opstand is noodzakelijk in iedere
revolutie. Het is het concrete feit, dat een revolutie tot
realiteit maakt voor iedereen. Vandaar Malatestas' hekel alle
theorieën en methodes, die direct of indirect de neiging hebben
om de revolutie ongeloofwaardig te maken, en die de aandacht
afleiden van revolutionaire activiteiten om ze door schijnbaar
makkelijke en pacifistische middelen te vervangen."
Malatesta was niet eenvoudigweg een revolutionair, want
"iedereen kan zich revolutionair noemen, ook terwijl ze zo
voorzichtig zijn om de verwezenlijking van de gewenste
veranderingen naar een later tijdstip te verschuiven (als de tijd
daarvoor, zoals zij dan zeggen, rijp is)." Malatesta was
vooral een revolutionair omdat hij de revolutie onmiddellijk tot
stand wilde brengen en niet in een ver weg liggende, onbepaalde
toekomst. Revolutie wordt hier begrepen als een gewelddadige
verandering die noodzakelijkerwijs tegen de conservatieve
krachten gericht is en dus een materiële strijd is, en gewapende
opstand met barricades en gewapende bendes, met inbeslagname van
goederen van die klasse waartegen gevochten wordt, met sabotage
van communicatiemiddelen, etcetera.
Malatesta wilde de revolutie onmiddellijk, zo snel mogelijk,
direct op het moment dat zich de gelegenheid zou aanbieden, een
gelegenheid die door de anarchisten zelf aangeboden zou moeten
worden, voor het geval die zich niet, op grond van natuurlijke
feiten, vanzelf voordoet.
Ja, ik weet het, wie kent niet de kritiek die Malatesta had ten
aanzien van geweld en de polemieken daarover met Emile Henry en
Paolo Schicchi? Toch verloochende Malatesta nooit de legitimiteit
en noodzakelijkheid van het gebruik van geweld op zich. Hij was
alleen tegen geweld, dat "blind om zich heen slaat, zonder
erop te letten of het schuldigen of onschuldigen treft". Het
is dus geen toeval, dat zijn voorbeeld voor dat blinde geweld de
bom was die in Barcelona tijdens een religieuze processie
explodeerde en veertig doden en talrijke gewonden kostte. Daarom
ook kon hij geen kritiek hebben op acties, die tegen een bepaalde
object gericht waren en die geen buitenstaanders in gevaar
brachten. Zo antwoordde Malatesta tijdens een van zijn beroemde
interviews met 'Le Figaro', toen een van de interviewers
probeerde hem tot een afkeuring te brengen van de bommen in
Ravachol en de Boulevard Magenta: "Jullie conclusie is
voorbarig. In het geval van de Rue Clichy lijkt het mij, dat men
de rechters de lucht in wilde laten vliegen; ik betreur het dat
daarbij, volgens mij onopzettelijk, mensen gewond raakten waar
men helemaal niet aan gedacht had. Wat de bom van de 'Boulevard
Magenta' betreft: -oh! daar heb ik helemaal geen probleem mee!
Lherot en Very hadden zichzelf tot bondgenoot van de politie
gemaakt en het was dus een goede oorlogsdaad om ze op te
blazen."
Het lijkt duidelijk alsof alle discussies en alle polemieken uit
een lang vervlogen tijd, die tegenwoordig door enkele anarchisten
weer opnieuw worden opgepakt, helemaal niet het gebruik van
geweld op zich ter discussie stellen, maar alleen de grenzen, die
men niet kan overschrijden zonder de principes van anarchie zelf
ter discussie te stellen, de grenzen die zich alleen om tactische
redenen voordoen.
Maar laat ons het donkere einde van deze eeuw en de heftige
uiteenzettingen binnen de anarchistische beweging vergeten en ons
richten op het heden. In de laatste jaren heeft geen enkele
anarchist aanslagen bekend van wie gezegd zou kunnen worden, dat
ze blind of zonder zin werden uitgevoerd. Integendeel: je zou
kunnen zeggen dat alle aanslagen zich juist kenmerkten door het
feite dat ze tegen machtsstructuren gericht waren, zonder het
leven van mensen op het spel te zetten. Hoe is de afwijzing van
zulke acties door bepaalde anarchisten dan te rechtvaardigen?
Zeker niet door op de leer van Malatesta te steunen, want beweren
dat er grenzen bestaan voor het gebruik van geweld, betekent nog
lang niet, dat er nooit op geweld teruggegrepen zou kunnen
worden.
Men moet niet de doden erbij slepen om zijn eigen loomheid te
rechtvaardigen.
Penelope Nen
uit "Canenero"
Nr. 38 Nov. 1996
(terug naar Inhoud)
Op de verklikkersmarkt
Wat er toch allemaal bestaat: spijtoptanten, verklikkers,
kroongetuigen, spionnen, provocateurs, etcetera. Een bonte
verzameling van fenomenen die allemaal als medewerkers van de
justitie kunnen worden gekenmerkt, zonder verder in details te
treden. Maar toch bestaan er verschillen. Volgens het woordenboek
is iemand verklikker, als die persoon uit lage motieven iemand
aangeeft. Een kroongetuige is een mededader of medeaangeklaagde,
die in ruil voor beloofde strafvermindering optreedt als getuige
a charge.
In dat geval is het begrip "medewerker van justitie"
een heel vaag begrip. Uiteindelijk worden zelfs de V-mensen zo
genoemd en die hebben met de in het woordenboek vastgelegde
definitie helemaal niets te maken. Binnen Europa is vooral de
Italiaanse justitie op dit gebied heel vooruitstrevend en tot
experimenten bereid.
Zo heet een van de verklikkers Namsetchi, een vrouw die zegt
strafbare feiten te hebben gepleegd en lid te zijn van een
organisatie, die weliswaar niet bestaat en waarvan geen
lidmaatschapsbewijzen of andere geschriften bestaan, maar die
blijkbaar wel het doel heeft de democratische orde te
vernietigen. Daarbij is niet meer nodig dan het noemen van een
aantal namen en deze mensen vervolgens leden van die
fantoom-organisatie te noemen.
Voor justitie is het dan volkomen oninteressant dat die
organisatie zelf helemaal niet bestaat, net zoals het volkomen
oninteressant blijkt te zijn dat niemand in staat is een niet
bestaande organisatie te verklikken. Integendeel: voor justitie
is een dergelijke fantasierijk persoon zeer welkom. Wie is in de
publieke opinie geloofwaardiger dan een vrouw die zichzelf
beschuldigt? Wie is beter geschikt dan zo iemand om de theorie,
waarmee sinds jaren geprobeerd wordt om tientallen Italiaanse
anarchisten in de kerker te gooien, nieuw leven in te blazen?
Waar blijven concrete bewijzen, vraagt het gezonde menselijke
verstand? Het enige bewijs is de verklikster zelf, maar die kan
zich bewijsbare details van haar fantasie niet herinneren en
schildert ons een grotesk en verbrokkeld beeld voor.
In Italie wemelt het de laatste tijd van medewerkers voor
justitie op elk gebied: mafiosi,zogenaamde vrijheidsstrijders,
industriëlen, politici, etcetera. Dit soort berouw stamt
oorspronkelijk van de mafia. Al in het verre verleden bestonden
er rechtbank-deals voor 'pentiti' (zij, die berouw tonen) en
verklikkers die hun eigen daden bekenden en namen noemden van
feitelijke of ook verzonnen mededaders. Toendertijd was het
echter een uitzondering, wanneer geen concreet bewijsmateriaal de
bekentenissen kon steunen.
De vraag dringt zich op hoe lang zo'n proces, -een geconstrueerde
verklikker-, in Italie geloofwaardig wordt gevonden. Die vraag is
belangrijk vanwege de golf van repressie tegen meerdere
anarchisten, die enkel berust op uitspraken van een hulpje van
justitie dat haar geheugen kwijt is en wiens uitspraken voor het
gerecht voornamelijk met video-opnames werden geregistreerd. Elk
apparaat van justitie, elke autoriteit, -maakt niet uit van welk
land-, is zeer geïnteresseerd in deze 'spijtoptanten' en
verklikkers, hun medewerkers eigenlijk, juist om diegenen te
vernietigen die voor hun als lastig gelden.
Voornamelijk lokt het apparaat van justitie daarbij met geld.
Verklikken kan een goede deal betekenen. Hoe groter de vraag
ernaar van justitie, hoe meer mensen in deze deal een mogelijke
uitweg uit hun financiële nood kiezen, zonder verder na te
denken over het lot van de mensen, die zij daarvoor als
handelswaar gebruiken. Justitie zal ervoor zorgen dat zij hun
uitspraken per video kunnen doen, zodat ze niet met de
aangeklaagden en hun vrienden en familie in aanraking komen,
zodat ze geen spijt kunnen krijgen van de zaken die ze gedaan
hebben. Deze medewerkers van justitie zouden dan ook in andere
Europese landen gebruikt kunnen worden, al was het alleen maar om
willekeurig verzonnen subversieve verenigingen en terroristische
organisatie te construeren, zoals dat op dit moment in Italië
het geval is, al was het om wie dan ook de schuld van van een of
ander delict in de schoenen te schuiven. Er zijn veel
mogelijkheden om het bovenstaande in praktijk te brengen. Wie
weet bestaan er binnen de Europese inlichtingendiensten al
'jobbeurzen' voor werkzoekende 'getuigen', compleet met contract,
sociale verzekering en loonvoortzetting.
Wat tot gisteren irreëel leek te zijn, kan morgen al in Europa
de dagelijkse praktijk zijn.
Blije Werkeloze.
(terug naar Inhoud)
Is de hel wel genoeg?
"Het moet maar eens duidelijk gezegd worden: terrorisme
is slechts dat wat de staat, de fascisten en de heersenden
doen."
Dit wilde Alfredo Bonanno, die onmogelijk de leider van een
gewapende anarchistische troep kan zijn, in een artikel uit 1979
maar eens gezegd hebben. Anarchisten hebben geen aanvoerders, ook
geen vertegenwoordigers of opdrachtgevers, anders waren ze geen
anarchisten, maar doodgewone burgers.
Terrorisme is een bijzondere vorm van geweld, die tot doel heeft
de macht, het commando te verwerven en te behouden, en niet -
zoals de anarchist wil - het te vernietigen.
Het commando, de macht, de autoriteit vernietigen, dat is wat de
anarchist wil, en bij deze aanklacht zal hij ook altijd
'schuldig' zijn. Hiervoor zijn bewijzen overbodig; ze zeggen het
je zelf wel. Dit is een openlijke 'schuldbekentenis', maar dat is
niet genoeg om in de bak gegooid te worden - hoe kan men anders
verklaren dat er talrijke openlijke manifestaties, waarmee
anarchisten hun anti-autoritaire standpunten ondersteunen,
getolereerd worden?
De magistraat Marini, de beul van de staat, weet dit alles heel
goed. Hij weet heel goed, dat elke afzonderlijke anarchist de
strukturen van de heerschappij in z'n eentje aanvalt, met de
middelen die hem ter beschikking staan; dat hij zich hoogstens
bij anderen aansluit voor een aktie, maar zich steeds als
individu beschouwt. Daarom heeft Marini het fabeltje van de
"revolutionaire anarchistische opstandige organisatie"
verzonnen. Daarom heeft hij 29 arrestatiebevelen uitgekotst en
niet slechts een of twee. De enige mogelijkheid om grote
aantallen tegenstanders van de staat en van de slavernij achter
de tralies te krijgen is door een bende in het leven roepen - een
bende met vele vertakkingen, gestruktureerd als een afdeling van
de mafia.
Dus worden de woningen van anarchisten automatisch
"terroristennesten" (geheel volgens het denkkader van
politie en rechters), tijdschriften worden "gevaarlijke
theoretische- en praktische plannen voor de subversieve
omwenteling van de democratische ordening", brieven aan
gevangenen worden "duidelijke bewijzen van handlanger
zijn", adressen, telefoonnummers, vriendschappen worden
"bewijzen van medeplichtigheid". Alles wat deze
gerechtswormen in handen hebben, onder regie van die andere
spookjager Pierluigi Vigna, is het resultaat van herhaalde
huiszoekingen, afluisteracties, observaties en valse
getuigenissen van afschrikwekkende kroongetuigen, en is in
werkelijkheid niets meer dan een netwerk van relaties tussen
anarchisten. Ik zou graag eens anarchisten zien die geen andere
anarchisten kennen.
Niets van hetgeen de rechters als bewijzen aanvoeren, toont aan
dat er werkelijk een organisatie bestaat. Ook omdat er gewoonweg
geen bestaat - het is belangrijk dit te onderstrepen. De meest
afschuwelijke daden (zoals meervoudige moord, enkelvoudige moord,
ontvoering) worden
sommigen aangewreven, en volgens de aanklacht bestaat er een
verband tussen die daden. Bankovervallen en ontvoeringen om
drukkerijen te financieren; drukkerijen, die door de organisatie
worden gebruikt om vergaande, revolutionaire theorieën te
verspreiden, en daarnaast handleidingen voor het vervaardigen van
explosieven om een ander in praktijk te brengen. Een perfecte
cirkel, waarvoor de aangeklaagden voor altijd en eeuwig in de bak
kunnen belanden. Veroordelingen die slechts aan
"terroristen" zijn voorbehouden.
En zoals gezegd, de echte terrorist is de staat - die staat, die
twintigjarigen bewapent, die wapens maakt om ze aan
oorlogszuchtigen te verkopen, die op kritieke momenten met bommen
strooit, om zijn onderdanen te intimideren, zodat zij om nog meer
politie en militairen zullen roepen. Het verzet van iedere
anarchist , dit krachtige, individuele verzet, gewapend met
bewustzijn en vastberadenheid, richt zich tegen deze reële vorm
van overheersing. Dit verzet erkent in geen enkel wetboek en is
daarom is ook veel gevaarlijker.
Komedies, leugens, laster en geweld: dat is het dagelijkse brood
dat de staat biedt. Wie weinig moed heeft vreet het, wie vrij is
gaat zelf op jacht en laaft zich aan de opstand.
Wij willen alle gevangenen direkt vrij. We zullen ervoor zorgen
dat Marini, Ionta, Vigna en al die andere wormen, hun glorierijke
horizon zullen vinden in de vlammen van de hel.
Il notturno (uit: Canenero nr. 33)
(terug naar Inhoud)
De
hypothese zal opnieuw bekeken worden....maar dat is niet genoeg!
Er is nog een rechtszaak gaande waarbij verschillende anarchisten
betrokken zijn: het proces rond de ontvoering van Mirella
Silocchi. Op woensdag 18 december 1996 heeft het Italiaanse Hof
van Cassatie (bij ons de Hoge Raad) de uitspraak van het
gerechtshof van Bologna, gedaan in februari 1995, nietig
ver-klaard. Dit betekend dat het hoger beroep op een nader te
bepalen datum overgedaan zal worden. Destijds werden Giovanni
Barcia, Rose Ann Scrocco, Francesco Porcu, Gregorian Garagin,
Orlando Campo, Antonio Staffa en Banchisio Goddi op basis van
niet-bestaande 'bewijzen' veroordeeld tot straffen die
uiteenliepen van 22 jaar tot levenslang. We geven hier een
overzicht van de tegenstrijdigheden en de belangrijkste feiten in
deze zoveelste juridische farce.
In juli 1989 werd Mirella Silocchi ontvoerd. Zij was de
echtgenote van een rijke staalmagnaat uit Parma, een stad in
Emilia Romagna.
Onderzoek leverde de eerste 20 maanden geen resultaat op, tot een
plaatselijke wet- houder (Improta) een hypothese lanceerde,
volgens welke de daders gezocht moesten worden binnen de
Sardijnse gemeenschap, met Italiaanse en Armeense anarchisten als
medeverantwoordelijken. Het onderzoek raakte in een
stroomversnelling: de ene beschuldiging volgde op de andere, en
ze leken elkaar te versterken dankzij de verklaringen van enkele
personen die gedwongen werden 'mee te werken', maar er stond geen
enkel bewijs tegenover. Het enige element dat de aanklacht
overeind hield (aldus de rechercheurs en de rechter!)was het feit
dat sommige verdachten elkaar voor de ontvoering ontmoet hadden.
De eerste rechtszaak, in Parma in 1993, kenmerkte zich door een
sfeer van angst, gevoed door de media. Getuigen kwamen niet
opdagen of bleven volstrekt anoniem. De aanklacht werd alleen
ondersteund door verklaringen van politieagenten. Het leek wel
een inquisitie: aangezien de aanklager Brancaccio geen enkel
bewijs van de betrokkenheid van de verdachten aandroeg, kon de
verdediging de aantijgingen ook niet ontzenuwen.
Bij het hoger beroep accepteerde het gerechtshof van Bologna
enkele kleine bezwaren van de verdediging, maar legde de
belangrijkste zaken naast zich neer. Verschillende personen die
tijdens de eerste rechtszaak een belangrijke rol hadden gespeeld
voor de aanklagers, werden tijdens het hoger beroep niet
toegelaten. Het was duidelijk dat men wilde voorkomen dat hun
tegenstrijdige en absurde verklaringen door de verdediging
uiteengerafeld zouden worden.
Enkele voorbeelden: een schrijfmachine, die bij een van de
verdachten thuis gevonden was werd toegelaten als bewijsstuk
(volgens de aanklagers waren hierop berichten geschreven die naar
de familie van de ontvoerden gestuurd waren); later bleek dat die
pas na de ontvoering gemaakt was en dat het model destijds niet
eens te koop was.
Heel bizar was ook het volgende: nadat het huis en het grondstuk
van een van de verdachten meerdere malen minutieus doorzocht was,
zonder resultaat, vond men daar vlak voor het proces ineens
stoffelijke resten die van de ontvoerde vrouw geweest zouden
zijn. De deskundigen konden dit niet bewijzen, maar toonden
daarentegen wel aan dat deze stoffelijk resten pas enkele dagen
voor ze gevonden werden (drie om precies te zijn) op de bewuste
plaats neergelegd waren! Enkele dagen later gaf een man toe dat
hij dat inderdaad gedaan had, omdat hij door de politie
gechanteerd werd en om de beloning van 200 miljoen lire (destijds
250.000 gulden) op te strijken die de echtgenote van mevrouw
Silocchi had uitgeloofd aan degene die een bewijs kon leveren dat
zij dood was.
Tenslotte was er nog dit 'onweerlegbare bewijs': een foto die de
ontvoerders naar de familie hadden gestuurd, waarop behalve
mevrouw Silocchi ook een wapen te zien was dat later gevonden zou
zijn in een 'anarchistisch wapenarsenaal', en een tas die van een
van de verdachten was, volgens een getuigeverklaring. Helaas kon
deze foto tij-dens het hoger beroep niet bekeken worden, want de
echtgenoot had hem - met toestemming van justitie - aan een
helderziende, of zo iemand, gegeven, en deze had de foto zomaar
'verloren'.
Dit zijn slechts enkele van de donkere plekken in deze
rechtszaak, en het lijkt erop dat dit ook voor het Hof van
Cassatie teveel van het goede was.
(terug naar Inhoud)
Laatste
nieuws over de operatie Marini
Donderdag 16 januari 1997 is in de 'bunkerzaal' van de
Rebibbia-gevangenis in Rome de eerste zitting van de operatie
Marini gehouden. Allereerst moest besloten worden of 68 mensen,
voornamelijk anarchisten, terecht zullen staan wegens 'criminele
vereniging, gewapende bende, wapen- en springstofbezit, aanslagen
op goederen van algemeen nut' enz. Er kan uitkomen dat sommigen
slechts voor enkele aantijgingen moeten voorkomen, of dat hen
niets ten laste gelegd zal worden...
De zitting werd meteen verdaagd tot 19, 20, 22, 24 maart 1997,
mede om justitie in staat te stellen om Michele Pontolillo en
Giovanni Barcia te verhoren, die op 18 december in Spanje
gearresteerd werden. Zij zullen hiervoor waarschijnlijk naar
Italië gebracht worden. (Een andere mogelijkheid is dat ze in
Spanje verhoord worden door Italiaanse officieren van justitie.)
Op dit moment is de situatie als volgt: 3 mensen zijn op vrije
voeten (Stefano Moreale, Francesco Berlemmi, Apollonia
Cortimiglia, hun voorarrest is niet verlengd), 4 staan onder
huisarrest (Salvatore Gugliara, Tiziano Andreozzi, Giuseppina
Riccobono, Cristina Lo Forte; zij hielden allen een
hongerstaking), 7 zijn spoorloos (Massimo Passamani, Guido
Mantelli, Roberta Nano, Rose Ann Scrocco, Condrò Salvatore,
Angela Lo Vecchio, Evangelia Tzioutzia), 15 blijven gevangen.
Hiervan zaten er velen al in de gevangenis: Antonio Budini, Carlo
Tesseri, Jean Weir en Christos Stratigopoulos wegens een
bankoverval sinds september '94; Orlando Campo, Gregorian Garagin
en Francesco Porcu in verband met de Silocchi-ontvoeringszaak,
Horst Fantazzini (al 25 jaar) wegens verschillende overvallen,
Marco Camenisch wegens aanslagen op overheidsgebouwen en
hoogspanningsmasten.Behalve deze 29 worden nog eens 39 mensen
ervan verdacht deel te nemen aan de door Marini verzonnen
organisatie, die hij de O.R.A.I. noemt, een afkorting die niemand
kent.
(terug naar Inhoud)
Comitato Difesa
Anarchici
Dit is een gedeelte uit een officiële verklaring van het
anarchistische verdedigingscomité dat zich in Italië inzet voor
de vervolgde anarchisten. De rest is te lezen op internet, waar
zij ook voor regelmatige up-dates over de situatie zorgen.
Comitato Difesa Anarchici are individuals taking care of the
anarchist prisoners in Italy. His functions is to keep the
contacts between prisoners and the outside, with letters,
packages, money and whatever. To pay the legal expenses, and to
promote counterinformation. It already exist a bulletin, coming
out every two months, about the situation of the prisoners.
Our `defense': we refuse as anarchists, as Commitee, to `defend'
ourcomrades as innocent. We don't care about what the judges say.
They could charge everyone for any kind of accusation, but
according to us they are in prisons just because they're
anarchists. This is our position.
There are also other `anarchists' who discriminate between
charges: bankrobbery is -maybe- okay (is an anarchist correct
act) not murder (criminal act). Apart the way these `anarchists'
could decide if the accusation are true or not (will they form an
`anarchist' police and tribunal?) we as Commitee don't have any
but a technical role: we receive letters from people in jail
-also personally unknown- who declare themselves anarchists. We
wrote'em, we find'em a lawyer of our `list' who's available for
the defense, we send to prisoners money and we try to help them
also to pay their lawyer if we have money enough. We are
connected with other groups, two of them send books for free to
prisoners (one just anarchists books, the other one any kind of
books).
As Committe we also broadcast in the only free-radio station in
Torino (Radio Black-Out) and send radio services weekly to other
similar radio throughout Italy. We print a bulletin and send it
to many people in Italy; recently we're also on computer
networks. Everyone who work with us isn'tpaid (of course).
A particular note: especially for this last police operation, the
FAI (the Italian Anarchist Federation) and its newspaper didn't
wrote quite anything about this story, not a single word of
solidarity toward arrested people.
We suggest everyone who want to manifest his solidarity to
translate and diffuse every information about this story, the
biggest repression against anarchists in last 30 years. Fliers,
posters, books, pamphlet, meetings, radio broadcasting, parties,
concerts, demonstrations, actions, everything
is useful. Of course we also need money, but this is not the most
important support you can give us from abroad. In different
countries people is working to complete translation & infos:
here you can find some addresses.
You can find infos of CDA on the net:
(mailing list A-INFOS@LGLOBAL.COM
and
CSLIST@ECN.ORG and web pages http://www.ecn.org/zero/anarchy.htm).
Write (also in french, spanish or italian) to:
CDA c/o El Paso,
Via Passo Buole 47, 10127, Torino, Italy
the E-mail of El Paso is: elpasosq@freenet.hut.fi
Packages or money to: Mario Anzoino,
Via Ormea 150, 10126, Torino, Italy,
telephone/fax/answering machine: 0039-11-674.833
(terug naar Inhoud)
Adressen
De adressen van de gevangenen
Antonio Budini:
via Prati Nuovi 7, 38067, Voghera (PV) - Italia
Carlo Tesseri:
via G. Leopardi 2, 61034, Fossombrone (PS) - Italia
Christos Stratigopoulos en Marco Camenisch:
via Sforzesca 49, 28100 Novara - Italia
Horst Fantazzini en Franco Fiorina:
C/O Carcere San Michele, 15040 Alessandria - Italia
Orlando Campo:
via delle Macchie 9, 57100, Livorno - Italia
Francesco Porcu:
via Della Montagna, Ponte Della Togaia, 50047, Prato - Italia
Paolo Ruberto, Gregorian Garagin, Antonio Gizzo, Pippo Stasi,
Alfredo Bonanno:
Carcere di Rebibbia,Via R. Majetti 165, 00156 Rome - Italia
Emma Sassosi, Jean Weir:
Via Bartolo Longo 92, 00156 Rome - Italia
Michele Pontolillo en Giorgio Rodriguez:
Prison Provincal de Badajoz
Carretera de Olivenza km 7
Badajoz (Estremadura) -Spanje
Claudio Lavazza en Giovanni Barcia:
Prison Provoncial de Jaen, Carretera Bailen Motril,Jaen - Spanje
Salvatore Gugliara,Pina Riccobono,Christina Lo Forte enTiziano
Andreozzi: zij staan onder huisarrest, onder zeer strenge
voorwaarden, het is niet mogelijk hen te bereiken.
Contacten en adressen
In Nederland
'De uitbraak van Mafalda'
Postbus 3762
1001 AN Amsterdam
Voor informatie of vragen. We sturen je ook graag meerdere
exemplaren van De Uitbraak (met updates indien beschikbaar).
Stuur ons echter tenminste de portokosten s.v.p.
In Duitsland
'Solidaritätskomitee Italien'
c/o Infoladen München
Breisacherstr.12
D-81667 München
Fax: 0049-89-480 20 06
Het internationale coordinatiepunt. Brochures in het Duits
(Ausbruch) en Engels (Breakout).
In Italië
Comitato di Difesa Anarchici (CDA)
c/o El Paso Occupato
Via Passo Buole 47
I-10127 Torino
Fax/Tel: 0039-11-317 41 07
Voor de meest actuele informatie.
Internet
http://www.ecn.org/zero/canenero.htm
http://www.ecn.org/zero/anarchy.htm
vooral in het Italiaans, maar ook berichten in het Engels, Duits,
Nederlands.
A-Infos: Internationale mailinglijst:
http://www.lglobal.com/TAO/ainfos.html
Enkele Italiaanse instellingen in Nederland
ItaliaanseAmbassade
Alexanderstraat 12
2514 JL Den Haag
tel. 070-3469249
Italiaans Consulaat Generaal
Herengracht 609
1017 CE Amsterdam
tel. 020-6240042
Eendrachtsweg 24
3012 LB Rotterdam
tel. 010-4139361
Italiaans Cultureel Instituut
Keizersgracht 564
1017 EM Amsterdam
tel. 020-6265314
Italiaans Instituut voor Buitenlandse Handel (ICE)
Amsteldijk 166
1079 LH Amsterdam
tel. 020-6442351
Italiaanse Kamer van Koophandel
Zeestraat 65f
2518 AA Den Haag
tel 070-3469220
Nederlands-Italiaanse Centrum voor Handelsbevordering (NICH)
Postbus 10
2501 CA Den Haag
tel. 070-3441593
Italiaans Verkeersbureau
Stadhouderskade 6
1054 ES Amsterdam
tel. 020-6168244
Avenue Louise 176
1050 Brussel
tel. 02-6471145
Alitalia Airlines
Paulus Potterstraat 18
1071 DA Amsterdam
tel. 020-5777444
Italiatour
Paulus Potterstraat 18
1071 DA Amsterdam
tel. 020-6647039
(terug naar Inhoud)